R.S.O.L.
Room for the Study Of Loneliness : ruimte voor hedendaagse kunst in Overijssel, Nederland
|
Matthijs Vermeulen las ooit bij Kafka, een door hem gewaardeerd schrijver: 'Je kunt de waarheid niet schrijven. Je kunt haar alleen leven'. Die uitspraak sloeg bij hem in als een bom, en deed alles wankelen. Moest hij zich eigenlijk wel met kunst bezig houden? En wat is de relatie tussen kunst, waarheid en leven eigenlijk?
R.S.O.L. gaat precies daarover: de plaats die autonome en hedendaagse kunst heeft in de maatschappij, de relatie tussen kunst, waarheid en leven. Behalve een inhoudelijke dimensie, die gericht is op de intrinsieke doelen van de kunstpraktijk, de waarheid van het kunstwerk, de kunstpraktijk en het kunstenaarschap, heeft R.S.O.L. dus ook een politieke dimensie.
De presentatie ex positie, het ‘voorstel’ van Vermeulen, wordt door het voorstellingsvermogen gerealiseerd. In principe bestaat de presentatie dus alleen in de verbeelding. In relatie tot de aanstaande verhuizing van R.S.O.L. (de gemeente wil het gebouw slopen ten behoeve van woningbouw) vond ik dat interessant, want op die manier kon de ‘fysieke’ plek blijven bestaan – maar tegelijkertijd is die plek in de verbeelding ook in transitie. Immers, het voorstellingsvermogen kan alle details van de werkelijke ruimte, desgewenst, naar een veranderd begrip en zienswijze aanpassen. Het gaat dus om de: ex positie - de voormalige plaats en het voorbije standpunt.
In Vermeulens tekst gaat het over leegte, wat verwijst naar de eenzaamheid van de kunstpraktijk, het kunstenaarschap en het kunstwerk in ons hier en nu. De kunstruimte en de studio als een Room for the Study Of Loneliness. Want dat is de werkelijke plek die zij hebben: aan de randen en in de marge van de samenleving.
Vermeulen: “Ik had het onlangs met iemand over R.S.O.L. Hij had je ook bezocht, maar volgens hem was het geen galerie, beslist niet! Ik zei: 'Jawel! Een ruimte met witte wanden en schilderijen, zorgvuldig opgehangen...' 'Nee, nee... Het is een soort klaslokaal... En dan dat onkruid langs het pad... Echt geen galerie hoor!' Over status gesproken...”
Maar de lege ruimte in Vermeulens voorstel gaat ook over leeg worden aan bedoelingen en intenties, en hierin maakt de leegte een beweging naar openheid. Dit is een kernwaarde voor de praktijk in R.S.O.L., die wijst op de bedoeling te willen leren en begrijpen, en tevens op de vraag die een kunstwerk stelt aan zijn beschouwer, volgens Adorno, in zijn Aesthetic Theory: "Wat het werk van zijn toeschouwer vraagt is kennis, en wel kennis die er recht aan doet: het werk wil dat zijn waarheid en onwaarheid worden begrepen.” (Bloomsbury Academic, London, 1997, p. 19) Deze openheid verwijst echter tegelijk terug naar de eenzaamheid, waarin en waardoor een persoon ‘open’ kan komen te staan voor ‘relatie’ en zo: voor ‘betekenis’.
Door de tekst van Vermeulen te presenteren als gesproken woord in plaats van schrift, wordt hij (opnieuw) ongrijpbaar, vloeibaar. Want een uitgesproken tekst kun je niet meer teruglezen, je moet luisteren en het gezegde ‘ineens’ vatten, ofwel: be-grijpen. Op het moment zelf. Eenmaal gesproken verdwijnt het gezegde meteen en bestaat het nog slechts vluchtig, in de herinnering.
De robot die de tekst leest is echter geen persoon. De robot is een leegte. Een machine heeft geen bedoelingen en intenties. Echter, deze machine kan toch een voorstelling oproepen welke een werkelijke ervaring vormt in de verbeelding. De tekst gebeurt door ze te laten voor-lezen. Het bijeen brengen en verzamelen van de betekenis ervan door de luisteraar staat in contrast tegenover de leegheid aan bedoelingen en intenties van de robot die de tekst uitspreekt. Het spiegelt de leegheid van het medium dat de kunstenaar inzet om het kunstwerk door, in en mee vorm te geven, als de plaats waar de kunst gebeurt.
Vermeulen: “Ik begrijp je overweging… Het gaat er natuurlijk vooral om dat we samenwerken met een robot die affiniteit heeft met leegte.”
Tenslotte zit er in Vermeulens werk ook iets van: achter de taal duiken. Iets wat aan de taal voorbij gaat, hoewel dit in taal (namelijk in de betreffende tekst) wordt gevonden en gebeurt. De lettertjes van het alfabet, die lukraak door elkaar liggen op het blik en hun syntax kwijt zijn of voorbij zijn. Het zijn losse en zelfs
lege tekens geworden. Ze werden afgevangen in hun vlucht door het ledige. Er zijn geen woorden, geen zinnen meer. De tekst lost op: ssst.
Over dat ‘ssst’ vertelde Vermeulen me nog iets: “Mijn zoon Tomas tekende zijn slapende broertje ooit, en zette daaronder: 'David slaapt. Ssst...' Mijn zoon David, toen zes jaar oud, tekende op school een geraamte dat tussen de bloemen in een wei lag. Daaronder schreef hij: 'De doot zegt: ik ben op de wereld om van het lefen te genieten'. Een uitleg bij de tekst kon hij niet geven...”
Kunnen we de waarheid wel verklaren? Kunnen we wel spreken van ‘de’ waarheid van het kunstwerk? 'Je kunt de waarheid niet schrijven. Je kunt haar alleen leven,' schreef Kafka. En deze zin sloeg in ‘als een bom’ bij de jonge Vermeulen. ‘Het gaat niet om bedoelingen en intenties,’ zegt Vermeulen in zijn werk. De ruimte is (bijna) leeg (en wit en fris). De robot leest zonder te begrijpen, hij is leeg. In zekere zin is de robot open. Hij doet wat hij krijgt te doen - zonder bedoelingen en intenties.
Ik schreef Vermeulen: “Fantastisch Matthijs. De waarheid leven – hoe doe je dat? Ondanks alles toch een intentie… ;)”
Hij stuurde mij dit, van Kafka:
DE PASSAGIER
Ik sta op het balkon van de elektrische tram en ben absoluut onzeker omtrent mijn positie in deze wereld, in deze stad, in mijn familie. Ik zou zelfs niet zo ongeveer kunnen aangeven, welke aanspraken ik in een of andere richting met recht naar voren zou kunnen brengen. Ik kan het helemaal niet verdedigen dat ik op dit balkon sta, mij aan die lus vasthoud, mij door deze wagen laat vervoeren, dat mensen voor de wagen opzij gaan of stilstaan of voor de etalages blijven staan. – Niemand verlangt het weliswaar van mij maar dat heeft er niets mee te maken. De wagen nadert een halte, een meisje gaat bij de treeplank staan, klaar om uit te stappen. Zij verschijnt zo duidelijk voor mij, alsof ik haar betast had. Zij is in het zwart gekleed, de plooien van haar rok bewegen haast niet, de blouse is nauwsluitend en heeft een kraagje van fijne witte kant, de linkerhand houdt zij plat tegen de wand, de paraplu in haar rechter steunt op twee na de bovenste trede. Haar gezicht is bruin, de neus, aan de zijkanten wat ingedrukt, eindigt rond en breed. Zij heeft veel bruin haar en losse haartjes bij haar rechterslaap. Haar kleine oor ligt dicht tegen haar hoofd, toch zie ik, daar ik dichtbij sta, de gehele rug van de rechter oorschelp en de schaduw bij de wortel. Ik vroeg me toen af : Hoe komt het dat zij niet verbaasd is over zich zelf, dat zij haar mond gesloten houdt en er niets over zegt?”
naar ex positie
TK 15-12-2022
R.S.O.L. gaat precies daarover: de plaats die autonome en hedendaagse kunst heeft in de maatschappij, de relatie tussen kunst, waarheid en leven. Behalve een inhoudelijke dimensie, die gericht is op de intrinsieke doelen van de kunstpraktijk, de waarheid van het kunstwerk, de kunstpraktijk en het kunstenaarschap, heeft R.S.O.L. dus ook een politieke dimensie.
De presentatie ex positie, het ‘voorstel’ van Vermeulen, wordt door het voorstellingsvermogen gerealiseerd. In principe bestaat de presentatie dus alleen in de verbeelding. In relatie tot de aanstaande verhuizing van R.S.O.L. (de gemeente wil het gebouw slopen ten behoeve van woningbouw) vond ik dat interessant, want op die manier kon de ‘fysieke’ plek blijven bestaan – maar tegelijkertijd is die plek in de verbeelding ook in transitie. Immers, het voorstellingsvermogen kan alle details van de werkelijke ruimte, desgewenst, naar een veranderd begrip en zienswijze aanpassen. Het gaat dus om de: ex positie - de voormalige plaats en het voorbije standpunt.
In Vermeulens tekst gaat het over leegte, wat verwijst naar de eenzaamheid van de kunstpraktijk, het kunstenaarschap en het kunstwerk in ons hier en nu. De kunstruimte en de studio als een Room for the Study Of Loneliness. Want dat is de werkelijke plek die zij hebben: aan de randen en in de marge van de samenleving.
Vermeulen: “Ik had het onlangs met iemand over R.S.O.L. Hij had je ook bezocht, maar volgens hem was het geen galerie, beslist niet! Ik zei: 'Jawel! Een ruimte met witte wanden en schilderijen, zorgvuldig opgehangen...' 'Nee, nee... Het is een soort klaslokaal... En dan dat onkruid langs het pad... Echt geen galerie hoor!' Over status gesproken...”
Maar de lege ruimte in Vermeulens voorstel gaat ook over leeg worden aan bedoelingen en intenties, en hierin maakt de leegte een beweging naar openheid. Dit is een kernwaarde voor de praktijk in R.S.O.L., die wijst op de bedoeling te willen leren en begrijpen, en tevens op de vraag die een kunstwerk stelt aan zijn beschouwer, volgens Adorno, in zijn Aesthetic Theory: "Wat het werk van zijn toeschouwer vraagt is kennis, en wel kennis die er recht aan doet: het werk wil dat zijn waarheid en onwaarheid worden begrepen.” (Bloomsbury Academic, London, 1997, p. 19) Deze openheid verwijst echter tegelijk terug naar de eenzaamheid, waarin en waardoor een persoon ‘open’ kan komen te staan voor ‘relatie’ en zo: voor ‘betekenis’.
Door de tekst van Vermeulen te presenteren als gesproken woord in plaats van schrift, wordt hij (opnieuw) ongrijpbaar, vloeibaar. Want een uitgesproken tekst kun je niet meer teruglezen, je moet luisteren en het gezegde ‘ineens’ vatten, ofwel: be-grijpen. Op het moment zelf. Eenmaal gesproken verdwijnt het gezegde meteen en bestaat het nog slechts vluchtig, in de herinnering.
De robot die de tekst leest is echter geen persoon. De robot is een leegte. Een machine heeft geen bedoelingen en intenties. Echter, deze machine kan toch een voorstelling oproepen welke een werkelijke ervaring vormt in de verbeelding. De tekst gebeurt door ze te laten voor-lezen. Het bijeen brengen en verzamelen van de betekenis ervan door de luisteraar staat in contrast tegenover de leegheid aan bedoelingen en intenties van de robot die de tekst uitspreekt. Het spiegelt de leegheid van het medium dat de kunstenaar inzet om het kunstwerk door, in en mee vorm te geven, als de plaats waar de kunst gebeurt.
Vermeulen: “Ik begrijp je overweging… Het gaat er natuurlijk vooral om dat we samenwerken met een robot die affiniteit heeft met leegte.”
Tenslotte zit er in Vermeulens werk ook iets van: achter de taal duiken. Iets wat aan de taal voorbij gaat, hoewel dit in taal (namelijk in de betreffende tekst) wordt gevonden en gebeurt. De lettertjes van het alfabet, die lukraak door elkaar liggen op het blik en hun syntax kwijt zijn of voorbij zijn. Het zijn losse en zelfs
lege tekens geworden. Ze werden afgevangen in hun vlucht door het ledige. Er zijn geen woorden, geen zinnen meer. De tekst lost op: ssst.
Over dat ‘ssst’ vertelde Vermeulen me nog iets: “Mijn zoon Tomas tekende zijn slapende broertje ooit, en zette daaronder: 'David slaapt. Ssst...' Mijn zoon David, toen zes jaar oud, tekende op school een geraamte dat tussen de bloemen in een wei lag. Daaronder schreef hij: 'De doot zegt: ik ben op de wereld om van het lefen te genieten'. Een uitleg bij de tekst kon hij niet geven...”
Kunnen we de waarheid wel verklaren? Kunnen we wel spreken van ‘de’ waarheid van het kunstwerk? 'Je kunt de waarheid niet schrijven. Je kunt haar alleen leven,' schreef Kafka. En deze zin sloeg in ‘als een bom’ bij de jonge Vermeulen. ‘Het gaat niet om bedoelingen en intenties,’ zegt Vermeulen in zijn werk. De ruimte is (bijna) leeg (en wit en fris). De robot leest zonder te begrijpen, hij is leeg. In zekere zin is de robot open. Hij doet wat hij krijgt te doen - zonder bedoelingen en intenties.
Ik schreef Vermeulen: “Fantastisch Matthijs. De waarheid leven – hoe doe je dat? Ondanks alles toch een intentie… ;)”
Hij stuurde mij dit, van Kafka:
DE PASSAGIER
Ik sta op het balkon van de elektrische tram en ben absoluut onzeker omtrent mijn positie in deze wereld, in deze stad, in mijn familie. Ik zou zelfs niet zo ongeveer kunnen aangeven, welke aanspraken ik in een of andere richting met recht naar voren zou kunnen brengen. Ik kan het helemaal niet verdedigen dat ik op dit balkon sta, mij aan die lus vasthoud, mij door deze wagen laat vervoeren, dat mensen voor de wagen opzij gaan of stilstaan of voor de etalages blijven staan. – Niemand verlangt het weliswaar van mij maar dat heeft er niets mee te maken. De wagen nadert een halte, een meisje gaat bij de treeplank staan, klaar om uit te stappen. Zij verschijnt zo duidelijk voor mij, alsof ik haar betast had. Zij is in het zwart gekleed, de plooien van haar rok bewegen haast niet, de blouse is nauwsluitend en heeft een kraagje van fijne witte kant, de linkerhand houdt zij plat tegen de wand, de paraplu in haar rechter steunt op twee na de bovenste trede. Haar gezicht is bruin, de neus, aan de zijkanten wat ingedrukt, eindigt rond en breed. Zij heeft veel bruin haar en losse haartjes bij haar rechterslaap. Haar kleine oor ligt dicht tegen haar hoofd, toch zie ik, daar ik dichtbij sta, de gehele rug van de rechter oorschelp en de schaduw bij de wortel. Ik vroeg me toen af : Hoe komt het dat zij niet verbaasd is over zich zelf, dat zij haar mond gesloten houdt en er niets over zegt?”
naar ex positie
TK 15-12-2022
performance Kate Moore in ex positie
De internationaal geprezen componist Kate Moore geeft een persoonlijk optreden op de cello in deze tentoonstelling op 29 januari 2023. Voor dit optreden wordt de ex positie van Matthijs Vermeulen, die eigenlijk alleen in de verbeelding te bezoeken is, heel even werkelijkheid in R.S.O.L. Het optreden is dus een unieke kans om de componist zelf te horen uitvoeren én om deze unieke presentatie, eenmalig, ‘in werkelijkheid’ te bezoeken.
Sad Melodies Suite werd oorspronkelijk geschreven voor het Amsterdam Cello Octet, toen onverwachts de lockdowns startten in de corona pandemie. (luister) Deze muziek is voor de Australisch-Nederlandse componist een dagboek van de lockdowns geworden: uitingen van en uit een onzichtbare, geheime privéwereld. |
Composities van Kate Moore worden wereldwijd uitgevoerd door onder andere Asko|Schönberg, Bang on a Can, Slagwerk Den Haag, het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor. In 2017 won Moore de prestigieuze Matthijs Vermeulenprijs (!) voor haar compositie The Dam. Een jaar later was zij de festivalcomponist tijdens November Music en composer in residence in het Muziekgebouw aan ’t IJ met het door haar opgerichte Herz Ensemble in de serie ‘Zielsverwanten’. Moore behaalde haar doctoraat aan de Sydney University of Music.
!
|
er is slechts twee keer ruimte voor maximaal 15 bezoekers, tegen een donatie vanaf € 6,50 per persoon
aanmelden kon tot en met 28.01.23, 12:00 Kate Moore is geveld door de griep - het optreden van zondag 29.01 wordt verplaatst meer informatie volgt... |
Werk uit lopende en voorgaande presentaties is beschikbaar voor aankoop.
Lopende en aankomende presentaties vindt U op deze pagina. Bekijk werk uit voorgaande presentaties hier
Vragen en prijzen: contact
Voor prijzen boven € 500 is een betalingsregeling mogelijk. Hiervoor worden geen extra kosten in rekening gebracht.
Lopende en aankomende presentaties vindt U op deze pagina. Bekijk werk uit voorgaande presentaties hier
Vragen en prijzen: contact
Voor prijzen boven € 500 is een betalingsregeling mogelijk. Hiervoor worden geen extra kosten in rekening gebracht.