videoprojectie theater op locatie
Voor een theaterstuk op locatie, dat Edgard Geurink (regie) en Hildegard Draaijer (choreografie) maakten in samenwerking met Concordia K&C theater, maakte ik deze video. Het uitgangspunt van het theaterstuk waren de zeven hoofdzonden, een categorie uit het katholicisme. Bij zonden gaat het om kwaad dat mensen kunnen begaan; tegenover zichzelf, tegenover anderen en tegenover God. Van Hildegard kreeg ik 'de louteringsberg' te lezen uit Dante Alighieri's 'De goddelijke komedie'. De louteringsberg is in het katholicisme de 'plaats' in het hiernamaals waar de zielen hun zonden uitboeten om alsnog naar de hemel, naar God, te mogen komen. Het heet ook wel: het vagevuur of purgatorium. Het is nadrukkelijk niet 'de hel'.
Edgard en Hildegard kozen als locatie een oude boerderij aan de Bruggertstraat, nummer 344, in Enschede. Toevallig de straat waar ik destijds ook aan woonde. Het theaterstuk werd uiteindelijk los geschreven als een fictieve, boeren familiekroniek, geïnspireerd door de hoofdzonden en de beschrijving van de louteringsberg door Dante. Het publiek zat op de locatie tussen de spelers, werd onderdeel van het gebeuren, en ging van plek naar plek op de locatie. Al naar gelang het drama zich verder ontwikkelde. Beweging en 'beeld' speelden een net zo grote rol als dialoog of monoloog van acteurs.
Tijdens het ontwikkelen van het stuk werd mij duidelijk dat een poëtisch beeld het sterkst zou werken. Eerder een toevoeging, dan een illustratie. Als kunstenaar zie ik dat ook als mijn rol en taak. In het beeld van wapperend wasgoed aan een lijn leken mij verschillende elementen te convergeren. Het schoonwassen, het verlangen, het stralende, lucht die ongezien in beweging brengt; met alle daarbij behorende tegenstellingen. Uiteindelijk heb ik het beeld nog verder geconcentreerd, ingedikt, tot het beeld van een uitgewassen zakdoek, wapperend aan de waslijn, tegen een grijze/witte lucht. Het element van tranen en verdriet, vond ik daarin een goede toevoeging.
In de bijbel vindt u deze tekst: "Ik zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, vanuit God uit de hemel neerdalen, gereed als een bruid die zich voor haar man heeft getooid. Toen hoorde ik een luide stem, die vanaf de troon riep: ‘Dit is de tent van God bij de mensen! Hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volk zijn, en Hij, God-met-hen, zal hun God zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen, en de dood zal niet meer bestaan; geen rouw, geen geween, geen smart zal er zijn, want al het oude is voorbij." (Openbaring van Johannes of Apokalyps 21, 2-4)
Edgard en Hildegard kozen als locatie een oude boerderij aan de Bruggertstraat, nummer 344, in Enschede. Toevallig de straat waar ik destijds ook aan woonde. Het theaterstuk werd uiteindelijk los geschreven als een fictieve, boeren familiekroniek, geïnspireerd door de hoofdzonden en de beschrijving van de louteringsberg door Dante. Het publiek zat op de locatie tussen de spelers, werd onderdeel van het gebeuren, en ging van plek naar plek op de locatie. Al naar gelang het drama zich verder ontwikkelde. Beweging en 'beeld' speelden een net zo grote rol als dialoog of monoloog van acteurs.
Tijdens het ontwikkelen van het stuk werd mij duidelijk dat een poëtisch beeld het sterkst zou werken. Eerder een toevoeging, dan een illustratie. Als kunstenaar zie ik dat ook als mijn rol en taak. In het beeld van wapperend wasgoed aan een lijn leken mij verschillende elementen te convergeren. Het schoonwassen, het verlangen, het stralende, lucht die ongezien in beweging brengt; met alle daarbij behorende tegenstellingen. Uiteindelijk heb ik het beeld nog verder geconcentreerd, ingedikt, tot het beeld van een uitgewassen zakdoek, wapperend aan de waslijn, tegen een grijze/witte lucht. Het element van tranen en verdriet, vond ik daarin een goede toevoeging.
In de bijbel vindt u deze tekst: "Ik zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, vanuit God uit de hemel neerdalen, gereed als een bruid die zich voor haar man heeft getooid. Toen hoorde ik een luide stem, die vanaf de troon riep: ‘Dit is de tent van God bij de mensen! Hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volk zijn, en Hij, God-met-hen, zal hun God zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen, en de dood zal niet meer bestaan; geen rouw, geen geween, geen smart zal er zijn, want al het oude is voorbij." (Openbaring van Johannes of Apokalyps 21, 2-4)