R.S.O.L. archive
Room for the Study Of Loneliness : space for contemporary art
ex positie / ex hibition
|
⇱ |
during the ex hibition the gallery will move info
met werk van / with work by: Matthijs Vermeulen (1958)
en een performance van / and a performance by: Kate Moore info
met werk van / with work by: Matthijs Vermeulen (1958)
en een performance van / and a performance by: Kate Moore info
R.S.O.L. 01.01 - 01.04 2023
Matthijs Vermeulen las ooit bij Kafka, een door hem gewaardeerd schrijver: 'Je kunt de waarheid niet schrijven. Je kunt haar alleen leven'. Die uitspraak sloeg bij hem in als een bom, en deed alles wankelen. Moest hij zich eigenlijk wel met kunst bezig houden? En wat is de relatie tussen kunst, waarheid en leven eigenlijk?
R.S.O.L. gaat precies daarover: de plaats die autonome en hedendaagse kunst heeft in de maatschappij, de relatie tussen kunst, waarheid en leven. Behalve een inhoudelijke dimensie, die gericht is op de intrinsieke doelen van de kunstpraktijk, de waarheid van het kunstwerk, de kunstpraktijk en het kunstenaarschap, heeft R.S.O.L. dus ook een politieke dimensie.
De presentatie ex positie, het ‘voorstel’ van Vermeulen, wordt door het voorstellingsvermogen gerealiseerd. In principe bestaat de presentatie dus alleen in de verbeelding. In relatie tot de aanstaande verhuizing van R.S.O.L. (de gemeente wil het gebouw slopen ten behoeve van woningbouw) vond ik dat interessant, want op die manier kon de ‘fysieke’ plek blijven bestaan – maar tegelijkertijd is die plek in de verbeelding ook in transitie. Immers, het voorstellingsvermogen kan alle details van de werkelijke ruimte, desgewenst, naar een veranderd begrip en zienswijze aanpassen. Het gaat dus om de: ex positie - de voormalige plaats en het voorbije standpunt.
In Vermeulens tekst gaat het over leegte, wat verwijst naar de eenzaamheid van de kunstpraktijk, het kunstenaarschap en het kunstwerk in ons hier en nu. De kunstruimte en de studio als een Room for the Study Of Loneliness. Want dat is de werkelijke plek die zij hebben: aan de randen en in de marge van de samenleving.
Vermeulen: “Ik had het onlangs met iemand over R.S.O.L. Hij had je ook bezocht, maar volgens hem was het geen galerie, beslist niet! Ik zei: 'Jawel! Een ruimte met witte wanden en schilderijen, zorgvuldig opgehangen...' 'Nee, nee... Het is een soort klaslokaal... En dan dat onkruid langs het pad... Echt geen galerie hoor!' Over status gesproken...”
Maar de lege ruimte in Vermeulens voorstel gaat ook over leeg worden aan bedoelingen en intenties, en hierin maakt de leegte een beweging naar openheid. Dit is een kernwaarde voor de praktijk in R.S.O.L., die wijst op de bedoeling te willen leren en begrijpen, en tevens op de vraag die een kunstwerk stelt aan zijn beschouwer, volgens Adorno, in zijn Aesthetic Theory: "Wat het werk van zijn toeschouwer vraagt is kennis, en wel kennis die er recht aan doet: het werk wil dat zijn waarheid en onwaarheid worden begrepen.” (Bloomsbury Academic, London, 1997, p. 19) Deze openheid verwijst echter tegelijk terug naar de eenzaamheid, waarin en waardoor een persoon ‘open’ kan komen te staan voor ‘relatie’ en zo: voor ‘betekenis’.
Door de tekst van Vermeulen te presenteren als gesproken woord in plaats van schrift, wordt hij (opnieuw) ongrijpbaar, vloeibaar. Want een uitgesproken tekst kun je niet meer teruglezen, je moet luisteren en het gezegde ‘ineens’ vatten, ofwel: be-grijpen. Op het moment zelf. Eenmaal gesproken verdwijnt het gezegde meteen en bestaat het nog slechts vluchtig, in de herinnering.
De robot die de tekst leest is echter geen persoon. De robot is een leegte. Een machine heeft geen bedoelingen en intenties. Echter, deze machine kan toch een voorstelling oproepen welke een werkelijke ervaring vormt in de verbeelding. De tekst gebeurt door ze te laten voor-lezen. Het bijeen brengen en verzamelen van de betekenis ervan door de luisteraar staat in contrast tegenover de leegheid aan bedoelingen en intenties van de robot die de tekst uitspreekt. Het spiegelt de leegheid van het medium dat de kunstenaar inzet om het kunstwerk door, in en mee vorm te geven, als de plaats waar de kunst gebeurt.
Vermeulen: “Ik begrijp je overweging… Het gaat er natuurlijk vooral om dat we samenwerken met een robot die affiniteit heeft met leegte.”
Tenslotte zit er in Vermeulens werk ook iets van: achter de taal duiken. Iets wat aan de taal voorbij gaat, hoewel dit in taal (namelijk in de betreffende tekst) wordt gevonden en gebeurt. De lettertjes van het alfabet, die lukraak door elkaar liggen op het blik en hun syntax kwijt zijn of voorbij zijn. Het zijn losse en zelfs
lege tekens geworden. Ze werden afgevangen in hun vlucht door het ledige. Er zijn geen woorden, geen zinnen meer. De tekst lost op: ssst.
Over dat ‘ssst’ vertelde Vermeulen me nog iets: “Mijn zoon Tomas tekende zijn slapende broertje ooit, en zette daaronder: 'David slaapt. Ssst...' Mijn zoon David, toen zes jaar oud, tekende op school een geraamte dat tussen de bloemen in een wei lag. Daaronder schreef hij: 'De doot zegt: ik ben op de wereld om van het lefen te genieten'. Een uitleg bij de tekst kon hij niet geven...”
Kunnen we de waarheid wel verklaren? Kunnen we wel spreken van ‘de’ waarheid van het kunstwerk? 'Je kunt de waarheid niet schrijven. Je kunt haar alleen leven,' schreef Kafka. En deze zin sloeg in ‘als een bom’ bij de jonge Vermeulen. ‘Het gaat niet om bedoelingen en intenties,’ zegt Vermeulen in zijn werk. De ruimte is (bijna) leeg (en wit en fris). De robot leest zonder te begrijpen, hij is leeg. In zekere zin is de robot open. Hij doet wat hij krijgt te doen - zonder bedoelingen en intenties.
Ik schreef Vermeulen: “Fantastisch Matthijs. De waarheid leven – hoe doe je dat? Ondanks alles toch een intentie… ;)”
Hij stuurde mij dit, van Kafka:
DE PASSAGIER
Ik sta op het balkon van de elektrische tram en ben absoluut onzeker omtrent mijn positie in deze wereld, in deze stad, in mijn familie. Ik zou zelfs niet zo ongeveer kunnen aangeven, welke aanspraken ik in een of andere richting met recht naar voren zou kunnen brengen. Ik kan het helemaal niet verdedigen dat ik op dit balkon sta, mij aan die lus vasthoud, mij door deze wagen laat vervoeren, dat mensen voor de wagen opzij gaan of stilstaan of voor de etalages blijven staan. – Niemand verlangt het weliswaar van mij maar dat heeft er niets mee te maken. De wagen nadert een halte, een meisje gaat bij de treeplank staan, klaar om uit te stappen. Zij verschijnt zo duidelijk voor mij, alsof ik haar betast had. Zij is in het zwart gekleed, de plooien van haar rok bewegen haast niet, de blouse is nauwsluitend en heeft een kraagje van fijne witte kant, de linkerhand houdt zij plat tegen de wand, de paraplu in haar rechter steunt op twee na de bovenste trede. Haar gezicht is bruin, de neus, aan de zijkanten wat ingedrukt, eindigt rond en breed. Zij heeft veel bruin haar en losse haartjes bij haar rechterslaap. Haar kleine oor ligt dicht tegen haar hoofd, toch zie ik, daar ik dichtbij sta, de gehele rug van de rechter oorschelp en de schaduw bij de wortel. Ik vroeg me toen af : Hoe komt het dat zij niet verbaasd is over zich zelf, dat zij haar mond gesloten houdt en er niets over zegt?”
/
Matthijs Vermeulen once read from Kafka, a writer he appreciated: 'You cannot write the truth. You can only live it'. That statement hit him like a bomb, and unsettled everything he thought he knew. Should he be involved in art at all? And what is the relationship between art, truth and life anyway?
R.S.O.L. is about exactly that, the place autonomous and contemporary art has in society, the relationship between art, truth and life. Apart from a substantive dimension, which focuses on the intrinsic goals of art practice - the truth of the work of art, art practice and artisthood - R.S.O.L. also has a political dimension.
The presentation ex hibition, showing Vermeulen's 'proposal', is realised through the faculty of imagination. Moreover, the presentation exists only in imagination. In relation to the upcoming relocation of R.S.O.L. (the municipality wants to demolish the building in which it is located for housing), I found this interesting, because in this way the 'physical' place can continue to exist - but at the same time, in the imagination, the real place is also in transition. After all, the imagination can adjust all the details of the real space, if so desired, according to any changed understanding and view. So it is about the: ex habere / habitare (latin) - the place where one comes from.
Vermeulen's text talks about emptiness, referring to the solitude of art practice, artisthood and the work of art in our here and now. The art space and studio as a Room for the Study Of Loneliness. Because this is their true place: on the edges of, and in the margins of our society.
Vermeulen: "I was recently talking to someone about R.S.O.L. He had also visited you, but according to him it was not a gallery, definitely not! I said, 'Yes it is! A room with white walls and paintings, carefully installed...' 'No, no.... It's like a classroom...' And those weeds along the path... No way a gallery!' Talking about status..."
But the empty space in Vermeulen's proposal is also about becoming empty of intents and intentions, and in this proposition, the emptiness moves towards openness. This is a core value for the practice in R.S.O.L., pointing to the intention of wanting to learn and understand - and also pointing to the question that a work of art asks of its viewer, according to Adorno in his Aesthetic Theory: "What the work asks of its viewer is knowledge, and knowledge that does justice to it: the work wants its truth and untruth to be understood." (Bloomsbury Academic, London, 1997, p. 19) However, this openness simultaneously refers back to solitude, in which and through which a person can become "open" to "relationship" and thus: to "meaning".
By presenting Vermeulen's text as spoken word rather than as writing, it becomes (again) elusive, fluid. Because one can't read back a spoken text, one has to listen and grasp what is being said 'at once' - in other words: grasp it. At the very moment. Once spoken, what is said immediately disappears and exists merely ephemerally, in memory.
The robot reading the text, however, is not a person. The robot is an emptiness. A machine has no intents and intentions. However, this machine can still evoke a presentation which forms a true experience in imagination. The text happens by being read aloud. The gathering and collecting of meaning by the listener contrasts with the emptiness of intents and intentions of the robot that is speaking the text. It mirrors the emptiness of the medium that the artist employs to shape the artwork through, in and with, as the place where art happens.
Vermeulen: "I understand your consideration... The main thing, of course, is to collaborate with a robot that has an affinity for emptiness."
Finally, there is also something in Vermeulen's work of: diving behind language. Something, going beyond language - although that is found and happens in language (namely the text in question). The letters of the alphabet, lying arbitrarily and mixed up in the dustpan, having lost or passed their syntax. They have become detached and even empty signs. They were captured in their flight through emptiness. There are no more words, no more sentences. The text dissolves: ssst (shush).
Vermeulen told me something more about that 'ssst': "My son Tomas once drew his sleeping brother, and wrote underneath: 'David is asleep. Ssst...' At school, my son David, then six years old, drew a skeleton lying among the flowers in a meadow. Under it he wrote: 'Deat says: I am in the worlt to enjoy life'. An explanation for the text he could not give..."
Can we really explain truth? Can we even speak of 'the' truth of an artwork? 'You cannot write the truth. You can only live it,' Kafka wrote. And this sentence struck the young Vermeulen 'like a bomb'. 'It is not about intents and intentions,' Vermeulen says in his work. The space is (almost) empty (and white and fresh). The robot reads without understanding; it is empty. In a sense, the robot is open. It does what it is given to do - without intents and intentions.
I wrote to Vermeulen: "Fantastic Matthijs. Living the truth - how does one do that? After all, an intention still... ;)"
He sent me this, from Kafka:
THE PASSENGER
I am standing on the balcony of the electric tram and am absolutely uncertain about my position in the world, in this city, in my family. I wouldn't even be able to state roughly, what claims I could legitimately put forward in one sense or another. I can't even defend standing on this balcony at all, holding on to that loop, allowing myself to be transported by this trolley, having people move aside or stand still for the trolley or remain standing in front of the shop windows. - Admittedly, no one is demanding this of me, but that has no relevance. The trolley approaches a stop, a girl stands by the treadboard, ready to disembark. She appears so clearly in front of me, as if I had groped her. She is dressed in black, the folds in her skirt hardly moving, the blouse is close-fitting and has a collar of fine white lace, the left hand she holds flat against the wall, the umbrella in her right rests on two but the top step. Her face is tanned, the nose, somewhat compressed at the sides, ends round and wide. She has a lot of brown hair and some loose hairs at her right temple. Her small ear sits close to her head, yet as I stand close, I can see the entire back of the right auricle and the shadow at the root. I then asked myself : How come she is not surprised with herself, that she is keeping her mouth shut and is not saying a thing about it?"
TK 15-12-2022
R.S.O.L. gaat precies daarover: de plaats die autonome en hedendaagse kunst heeft in de maatschappij, de relatie tussen kunst, waarheid en leven. Behalve een inhoudelijke dimensie, die gericht is op de intrinsieke doelen van de kunstpraktijk, de waarheid van het kunstwerk, de kunstpraktijk en het kunstenaarschap, heeft R.S.O.L. dus ook een politieke dimensie.
De presentatie ex positie, het ‘voorstel’ van Vermeulen, wordt door het voorstellingsvermogen gerealiseerd. In principe bestaat de presentatie dus alleen in de verbeelding. In relatie tot de aanstaande verhuizing van R.S.O.L. (de gemeente wil het gebouw slopen ten behoeve van woningbouw) vond ik dat interessant, want op die manier kon de ‘fysieke’ plek blijven bestaan – maar tegelijkertijd is die plek in de verbeelding ook in transitie. Immers, het voorstellingsvermogen kan alle details van de werkelijke ruimte, desgewenst, naar een veranderd begrip en zienswijze aanpassen. Het gaat dus om de: ex positie - de voormalige plaats en het voorbije standpunt.
In Vermeulens tekst gaat het over leegte, wat verwijst naar de eenzaamheid van de kunstpraktijk, het kunstenaarschap en het kunstwerk in ons hier en nu. De kunstruimte en de studio als een Room for the Study Of Loneliness. Want dat is de werkelijke plek die zij hebben: aan de randen en in de marge van de samenleving.
Vermeulen: “Ik had het onlangs met iemand over R.S.O.L. Hij had je ook bezocht, maar volgens hem was het geen galerie, beslist niet! Ik zei: 'Jawel! Een ruimte met witte wanden en schilderijen, zorgvuldig opgehangen...' 'Nee, nee... Het is een soort klaslokaal... En dan dat onkruid langs het pad... Echt geen galerie hoor!' Over status gesproken...”
Maar de lege ruimte in Vermeulens voorstel gaat ook over leeg worden aan bedoelingen en intenties, en hierin maakt de leegte een beweging naar openheid. Dit is een kernwaarde voor de praktijk in R.S.O.L., die wijst op de bedoeling te willen leren en begrijpen, en tevens op de vraag die een kunstwerk stelt aan zijn beschouwer, volgens Adorno, in zijn Aesthetic Theory: "Wat het werk van zijn toeschouwer vraagt is kennis, en wel kennis die er recht aan doet: het werk wil dat zijn waarheid en onwaarheid worden begrepen.” (Bloomsbury Academic, London, 1997, p. 19) Deze openheid verwijst echter tegelijk terug naar de eenzaamheid, waarin en waardoor een persoon ‘open’ kan komen te staan voor ‘relatie’ en zo: voor ‘betekenis’.
Door de tekst van Vermeulen te presenteren als gesproken woord in plaats van schrift, wordt hij (opnieuw) ongrijpbaar, vloeibaar. Want een uitgesproken tekst kun je niet meer teruglezen, je moet luisteren en het gezegde ‘ineens’ vatten, ofwel: be-grijpen. Op het moment zelf. Eenmaal gesproken verdwijnt het gezegde meteen en bestaat het nog slechts vluchtig, in de herinnering.
De robot die de tekst leest is echter geen persoon. De robot is een leegte. Een machine heeft geen bedoelingen en intenties. Echter, deze machine kan toch een voorstelling oproepen welke een werkelijke ervaring vormt in de verbeelding. De tekst gebeurt door ze te laten voor-lezen. Het bijeen brengen en verzamelen van de betekenis ervan door de luisteraar staat in contrast tegenover de leegheid aan bedoelingen en intenties van de robot die de tekst uitspreekt. Het spiegelt de leegheid van het medium dat de kunstenaar inzet om het kunstwerk door, in en mee vorm te geven, als de plaats waar de kunst gebeurt.
Vermeulen: “Ik begrijp je overweging… Het gaat er natuurlijk vooral om dat we samenwerken met een robot die affiniteit heeft met leegte.”
Tenslotte zit er in Vermeulens werk ook iets van: achter de taal duiken. Iets wat aan de taal voorbij gaat, hoewel dit in taal (namelijk in de betreffende tekst) wordt gevonden en gebeurt. De lettertjes van het alfabet, die lukraak door elkaar liggen op het blik en hun syntax kwijt zijn of voorbij zijn. Het zijn losse en zelfs
lege tekens geworden. Ze werden afgevangen in hun vlucht door het ledige. Er zijn geen woorden, geen zinnen meer. De tekst lost op: ssst.
Over dat ‘ssst’ vertelde Vermeulen me nog iets: “Mijn zoon Tomas tekende zijn slapende broertje ooit, en zette daaronder: 'David slaapt. Ssst...' Mijn zoon David, toen zes jaar oud, tekende op school een geraamte dat tussen de bloemen in een wei lag. Daaronder schreef hij: 'De doot zegt: ik ben op de wereld om van het lefen te genieten'. Een uitleg bij de tekst kon hij niet geven...”
Kunnen we de waarheid wel verklaren? Kunnen we wel spreken van ‘de’ waarheid van het kunstwerk? 'Je kunt de waarheid niet schrijven. Je kunt haar alleen leven,' schreef Kafka. En deze zin sloeg in ‘als een bom’ bij de jonge Vermeulen. ‘Het gaat niet om bedoelingen en intenties,’ zegt Vermeulen in zijn werk. De ruimte is (bijna) leeg (en wit en fris). De robot leest zonder te begrijpen, hij is leeg. In zekere zin is de robot open. Hij doet wat hij krijgt te doen - zonder bedoelingen en intenties.
Ik schreef Vermeulen: “Fantastisch Matthijs. De waarheid leven – hoe doe je dat? Ondanks alles toch een intentie… ;)”
Hij stuurde mij dit, van Kafka:
DE PASSAGIER
Ik sta op het balkon van de elektrische tram en ben absoluut onzeker omtrent mijn positie in deze wereld, in deze stad, in mijn familie. Ik zou zelfs niet zo ongeveer kunnen aangeven, welke aanspraken ik in een of andere richting met recht naar voren zou kunnen brengen. Ik kan het helemaal niet verdedigen dat ik op dit balkon sta, mij aan die lus vasthoud, mij door deze wagen laat vervoeren, dat mensen voor de wagen opzij gaan of stilstaan of voor de etalages blijven staan. – Niemand verlangt het weliswaar van mij maar dat heeft er niets mee te maken. De wagen nadert een halte, een meisje gaat bij de treeplank staan, klaar om uit te stappen. Zij verschijnt zo duidelijk voor mij, alsof ik haar betast had. Zij is in het zwart gekleed, de plooien van haar rok bewegen haast niet, de blouse is nauwsluitend en heeft een kraagje van fijne witte kant, de linkerhand houdt zij plat tegen de wand, de paraplu in haar rechter steunt op twee na de bovenste trede. Haar gezicht is bruin, de neus, aan de zijkanten wat ingedrukt, eindigt rond en breed. Zij heeft veel bruin haar en losse haartjes bij haar rechterslaap. Haar kleine oor ligt dicht tegen haar hoofd, toch zie ik, daar ik dichtbij sta, de gehele rug van de rechter oorschelp en de schaduw bij de wortel. Ik vroeg me toen af : Hoe komt het dat zij niet verbaasd is over zich zelf, dat zij haar mond gesloten houdt en er niets over zegt?”
/
Matthijs Vermeulen once read from Kafka, a writer he appreciated: 'You cannot write the truth. You can only live it'. That statement hit him like a bomb, and unsettled everything he thought he knew. Should he be involved in art at all? And what is the relationship between art, truth and life anyway?
R.S.O.L. is about exactly that, the place autonomous and contemporary art has in society, the relationship between art, truth and life. Apart from a substantive dimension, which focuses on the intrinsic goals of art practice - the truth of the work of art, art practice and artisthood - R.S.O.L. also has a political dimension.
The presentation ex hibition, showing Vermeulen's 'proposal', is realised through the faculty of imagination. Moreover, the presentation exists only in imagination. In relation to the upcoming relocation of R.S.O.L. (the municipality wants to demolish the building in which it is located for housing), I found this interesting, because in this way the 'physical' place can continue to exist - but at the same time, in the imagination, the real place is also in transition. After all, the imagination can adjust all the details of the real space, if so desired, according to any changed understanding and view. So it is about the: ex habere / habitare (latin) - the place where one comes from.
Vermeulen's text talks about emptiness, referring to the solitude of art practice, artisthood and the work of art in our here and now. The art space and studio as a Room for the Study Of Loneliness. Because this is their true place: on the edges of, and in the margins of our society.
Vermeulen: "I was recently talking to someone about R.S.O.L. He had also visited you, but according to him it was not a gallery, definitely not! I said, 'Yes it is! A room with white walls and paintings, carefully installed...' 'No, no.... It's like a classroom...' And those weeds along the path... No way a gallery!' Talking about status..."
But the empty space in Vermeulen's proposal is also about becoming empty of intents and intentions, and in this proposition, the emptiness moves towards openness. This is a core value for the practice in R.S.O.L., pointing to the intention of wanting to learn and understand - and also pointing to the question that a work of art asks of its viewer, according to Adorno in his Aesthetic Theory: "What the work asks of its viewer is knowledge, and knowledge that does justice to it: the work wants its truth and untruth to be understood." (Bloomsbury Academic, London, 1997, p. 19) However, this openness simultaneously refers back to solitude, in which and through which a person can become "open" to "relationship" and thus: to "meaning".
By presenting Vermeulen's text as spoken word rather than as writing, it becomes (again) elusive, fluid. Because one can't read back a spoken text, one has to listen and grasp what is being said 'at once' - in other words: grasp it. At the very moment. Once spoken, what is said immediately disappears and exists merely ephemerally, in memory.
The robot reading the text, however, is not a person. The robot is an emptiness. A machine has no intents and intentions. However, this machine can still evoke a presentation which forms a true experience in imagination. The text happens by being read aloud. The gathering and collecting of meaning by the listener contrasts with the emptiness of intents and intentions of the robot that is speaking the text. It mirrors the emptiness of the medium that the artist employs to shape the artwork through, in and with, as the place where art happens.
Vermeulen: "I understand your consideration... The main thing, of course, is to collaborate with a robot that has an affinity for emptiness."
Finally, there is also something in Vermeulen's work of: diving behind language. Something, going beyond language - although that is found and happens in language (namely the text in question). The letters of the alphabet, lying arbitrarily and mixed up in the dustpan, having lost or passed their syntax. They have become detached and even empty signs. They were captured in their flight through emptiness. There are no more words, no more sentences. The text dissolves: ssst (shush).
Vermeulen told me something more about that 'ssst': "My son Tomas once drew his sleeping brother, and wrote underneath: 'David is asleep. Ssst...' At school, my son David, then six years old, drew a skeleton lying among the flowers in a meadow. Under it he wrote: 'Deat says: I am in the worlt to enjoy life'. An explanation for the text he could not give..."
Can we really explain truth? Can we even speak of 'the' truth of an artwork? 'You cannot write the truth. You can only live it,' Kafka wrote. And this sentence struck the young Vermeulen 'like a bomb'. 'It is not about intents and intentions,' Vermeulen says in his work. The space is (almost) empty (and white and fresh). The robot reads without understanding; it is empty. In a sense, the robot is open. It does what it is given to do - without intents and intentions.
I wrote to Vermeulen: "Fantastic Matthijs. Living the truth - how does one do that? After all, an intention still... ;)"
He sent me this, from Kafka:
THE PASSENGER
I am standing on the balcony of the electric tram and am absolutely uncertain about my position in the world, in this city, in my family. I wouldn't even be able to state roughly, what claims I could legitimately put forward in one sense or another. I can't even defend standing on this balcony at all, holding on to that loop, allowing myself to be transported by this trolley, having people move aside or stand still for the trolley or remain standing in front of the shop windows. - Admittedly, no one is demanding this of me, but that has no relevance. The trolley approaches a stop, a girl stands by the treadboard, ready to disembark. She appears so clearly in front of me, as if I had groped her. She is dressed in black, the folds in her skirt hardly moving, the blouse is close-fitting and has a collar of fine white lace, the left hand she holds flat against the wall, the umbrella in her right rests on two but the top step. Her face is tanned, the nose, somewhat compressed at the sides, ends round and wide. She has a lot of brown hair and some loose hairs at her right temple. Her small ear sits close to her head, yet as I stand close, I can see the entire back of the right auricle and the shadow at the root. I then asked myself : How come she is not surprised with herself, that she is keeping her mouth shut and is not saying a thing about it?"
TK 15-12-2022
performance Kate Moore in ex positie / ex hibition
De internationaal geprezen componist Kate Moore geeft een persoonlijk optreden op de cello in deze tentoonstelling op 29 januari 2023. Voor dit optreden wordt de ex positie van Matthijs Vermeulen, die eigenlijk alleen in de verbeelding te bezoeken is, heel even werkelijkheid in R.S.O.L. Het optreden is dus een unieke kans om de componist zelf te horen uitvoeren én om deze unieke presentatie, eenmalig, ‘in werkelijkheid’ te bezoeken.
Sad Melodies Suite werd oorspronkelijk geschreven voor het Amsterdam Cello Octet, toen onverwachts de lockdowns startten in de corona pandemie. (luister) Voor de Australisch-Nederlandse componiste is het een dagboek van de lockdowns: uitingen van en uit een onzichtbare, privéwereld in een stad die opeens ‘leeg’ werd.
In Vermeulens concept expositie gaat het ook over leegte, wat onder andere verwijst naar de eenzaamheid van de kunstpraktijk in de hedendaagse samenleving en haar huidige politieke landschap. De ruimte voor kunst is een Room for the Study Of Loneliness, want dit is de werkelijke plek die kunst krijgt in het hier en nu: aan de randen van de samenleving.
Composities van Kate Moore worden wereldwijd uitgevoerd door onder andere Asko|Schönberg, Bang on a Can, Slagwerk Den Haag, het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor. In 2017 won Moore de prestigieuze Matthijs Vermeulenprijs (!) voor haar compositie The Dam. Een jaar later was zij de festivalcomponist tijdens November Music en composer in residence in het Muziekgebouw aan ’t IJ met het door haar opgerichte Herz Ensemble in de serie ‘Zielsverwanten’. Moore behaalde haar doctoraat aan de Sydney University of Music.
/
The internationally acclaimed composer, Kate Moore, will give a personal performance on the cello in this exhibition on January the 29th 2023. For this performance, Matthijs Vermeulen's ex hibition - which actually can only be visited by imagination - becomes reality for a very short time at R.S.O.L. The performance is thus a unique opportunity to hear the composer perform herself and to visit this unique presentation, for once, 'in reality'.
Sad Melodies Suite was originally written for the Amsterdam Cello Octet when the unexpected lockdowns started during the corona pandemic. (listen) For the Australian-Dutch composer, it is a diary of lockdowns: expressions of and from an invisible, private world in a city that suddenly became "empty".
Vermeulen's concept exhibition is also about emptiness, referring, among other things, to the loneliness of art practice in contemporary society and its current political landscape. The space for art has become a Room for the Study Of Loneliness because this is the actual place that art is given in the here and now: on the edges of society.
Compositions by Kate Moore are performed worldwide by Asko|Schönberg, Bang on a Can, Slagwerk Den Haag, the Radio Philharmonic Orchestra and the Groot Omroepkoor, among others. In 2017, Moore won the prestigious Matthijs Vermeulen Prize (!) for her composition The Dam. A year later, she was the festival composer during November Music and composer in residence at the Muziekgebouw aan 't IJ, with the Herz Ensemble she founded, in the 'Soulmates' series. Moore received her doctorate from the Sydney University of Music.
Sad Melodies Suite werd oorspronkelijk geschreven voor het Amsterdam Cello Octet, toen onverwachts de lockdowns startten in de corona pandemie. (luister) Voor de Australisch-Nederlandse componiste is het een dagboek van de lockdowns: uitingen van en uit een onzichtbare, privéwereld in een stad die opeens ‘leeg’ werd.
In Vermeulens concept expositie gaat het ook over leegte, wat onder andere verwijst naar de eenzaamheid van de kunstpraktijk in de hedendaagse samenleving en haar huidige politieke landschap. De ruimte voor kunst is een Room for the Study Of Loneliness, want dit is de werkelijke plek die kunst krijgt in het hier en nu: aan de randen van de samenleving.
Composities van Kate Moore worden wereldwijd uitgevoerd door onder andere Asko|Schönberg, Bang on a Can, Slagwerk Den Haag, het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor. In 2017 won Moore de prestigieuze Matthijs Vermeulenprijs (!) voor haar compositie The Dam. Een jaar later was zij de festivalcomponist tijdens November Music en composer in residence in het Muziekgebouw aan ’t IJ met het door haar opgerichte Herz Ensemble in de serie ‘Zielsverwanten’. Moore behaalde haar doctoraat aan de Sydney University of Music.
/
The internationally acclaimed composer, Kate Moore, will give a personal performance on the cello in this exhibition on January the 29th 2023. For this performance, Matthijs Vermeulen's ex hibition - which actually can only be visited by imagination - becomes reality for a very short time at R.S.O.L. The performance is thus a unique opportunity to hear the composer perform herself and to visit this unique presentation, for once, 'in reality'.
Sad Melodies Suite was originally written for the Amsterdam Cello Octet when the unexpected lockdowns started during the corona pandemic. (listen) For the Australian-Dutch composer, it is a diary of lockdowns: expressions of and from an invisible, private world in a city that suddenly became "empty".
Vermeulen's concept exhibition is also about emptiness, referring, among other things, to the loneliness of art practice in contemporary society and its current political landscape. The space for art has become a Room for the Study Of Loneliness because this is the actual place that art is given in the here and now: on the edges of society.
Compositions by Kate Moore are performed worldwide by Asko|Schönberg, Bang on a Can, Slagwerk Den Haag, the Radio Philharmonic Orchestra and the Groot Omroepkoor, among others. In 2017, Moore won the prestigious Matthijs Vermeulen Prize (!) for her composition The Dam. A year later, she was the festival composer during November Music and composer in residence at the Muziekgebouw aan 't IJ, with the Herz Ensemble she founded, in the 'Soulmates' series. Moore received her doctorate from the Sydney University of Music.
!
|
er was slechts twee keer ruimte voor maximaal 15 bezoekers, bij een donatie vanaf € 6,50 per persoon
aanmelden kon tot en met 28.01.23, 12:00 het optreden van zondag 29.01 werd wegens ziekte verplaatst nieuwe datum: zondag 05.03.2023 - 16:30 & 17:30 / there was only room for up to 15 visitors twice, with a donation from € 6,50 per person application deadline was 28.01.23, 12:00 Sunday's 29.01 performance was rescheduled due to illness new date: Sunday 05.03.2023 - 16:30 & 17:30 |