Het is me in mijn ervaring als beeldend kunstenaar gebleken dat een kunstwerk altijd een vondst is. Een vondst in de zin van 'gevonden'. Je kunt het van tevoren niet bedenken waneer een werk zich als kunstwerk gevonden laat worden. Het gaat niet om het zoeken, maar om het vinden: 'Je ne cherche pas, je trouve,' zei Pablo Picasso terecht, met de hem passende zelfverzekerdheid. Het kunstwerk is een gevonden vondst.
De zoektocht in een werkproces gaat naar deze 'gebeurtenis'. Dat het werk een 'werk' is geworden; een werk dat zelfstandig de wereld in kan en waar je niet persé nog aan door moet werken (júist niet). Een werk dat beantwoordt aan je intentie een betekenisvol werk te maken, en dat je als maker 'rijker' maakt in het project, de serie of het proces waarmee je bezig bent. Rijker, uiteindelijk, als mens, denk ik zelfs. Je hebt iets ontdekt. Iets geleerd. Het gaat dus om het vinden, maar om iets te vinden moet je wel degelijk eerst zoeken (-).
Van de zoektocht naar de 'meerwaarde' (Van Elk), de 'dreun' (Lucassen), het 'iets' van Marc Mulders, kan je zeggen dat die tegelijk wel en niet doelgericht is. Het sterke van de woorden die mijn collega's gebruikten om het doel van het zoeken in het werkproces te beschrijven is dat ze geen vooraf afgebakend, gedefinieerd doel benoemen. Een meerwaarde, een dreun, een iets. Tegelijk klinkt dat natuurlijk wel vaag. Want wat is dan die meerwaarde? Wanneer doet een werk je een 'dreun' ervaren? Het lijkt wel ietsisme...
Het blijkt lastig woorden te geven aan de zoektocht die een werkproces aan een werk altijd is. Het gaat om intenties, om vermoedens, om ontroering en gevoeligheden. En toch is het zoekproces wel degelijk gericht. De zoektocht gaat namelijk naar de meerwaarde, naar dat 'iets' wat maakt dat het werk waar je aan werkt, opeens een 'werk' is geworden. Veel collega's van me vluchten dan ook vaak in de opmerking: Tja, het is 'beeldende' kunst, hè; als ik woorden ervoor had zou ik het wel opschrijven...
Ik begrijp dit antwoord, maar ik begrijp het wel als uitvlucht. Want ik denk dat voor een literair werk of een gedicht, hetzelfde geldt als voor een werk dat we onder 'beeldende' kunst kunnen scharen. Het gaat in de zoektocht, het werkproces om het vinden van het moment, het gebeuren, dat het werk gaat beantwoorden aan je intentie een betekenisvol werk te maken. Het werk is betekenisvol, vol van betekenis, wanneer het werk niet slechts één aanwijsbare betekenis heeft, maar dat het verschillende betekenissen in zich 'verknoopt'. Dat het werk zelf een ontdekkingsreis is geworden, in zijn huidige staat.
Als maker ontdek je opeens - maar wel omdat je ernaar opzoek bent en omdat je de vaardigheden en het reflectievermogen bezit die zoektocht de juiste kant op te leiden - iets nieuws in het werk. Het kan dan gebeuren dat je nog wat ingrepen moet/wilt doen om dat moment te versterken of te verdiepen, maar er was een moment dat het werk 'dat' opeens had. Je kunt het dan nog verprutsen en kwijtraken - in de schilderkunst hanteren kunstenaars wel de term 'doodschilderen' - je kunt aan dat moment weer voorbij gaan door teveel of verkeerd gerichte ingrepen te doen.
Zolang ik niet over een specifiek werk spreek, kan ik eigenlijk niet anders dan om in deze open termen te spreken over de zoektocht en het gevonden moment. Dat een werk veel betekenissen in zich verknoopt wil trouwens niet zeggen dat het alles betekent of alles maar zeggen kan. Een specifiek werk heeft specifieke inhouden. Als kijker blijf je gehouden aan wat het werk je daadwerkelijk toont. Maar deze inhouden raken op veel verschillende manieren aan de wereld om het werk heen en aan degene die het werk bekijkt. Als maker ben je tenslotte, vanuit dit gezichtspunt, niets anders dan de eerste kijker.
Een werk is meteen vanaf de eerste handeling een autonoom werk, dat iets zegt naar mij als maker. Ongeacht van wat ik als maker misschien had bedoeld of gewild te zeggen, het werk bestaat autonoom van mij als maker. Het kan dus ook iets anders zeggen dan wat ik misschien op doelde te zeggen. Het werk transcendeert mij als maker. Op een moment dat ik als maker niet in de hand heb, dat ik niet vooraf kan bedenken, wordt dat werk waar ik aan werk een 'werk'; een betekenisvol kunstwerk. Ik heb wel naar dit moment gezocht, en de zoektocht ook erop aangestuurd, maar toch is dat moment een gebeuren dat mij toevalt. Ik ontdek het en herken het (ook dat is een zaak van vaardigheden en reflectievermogen). Deze fase in het werkproces noemde Karel Appel treffend het 'afkijken'. In deze fase van het werk zit je als maker vooral nog te kijken. Je grijpt niet of nauwelijks nog fysiek in. Je probeert te bevatten wat je hebt gedaan en wat er is gebeurd, wat het werk je zegt en betekent. Ook voor je volgende stap in je werk.
Tenslotte helpt het misschien als ik zeg dat mensen die een werk vooraf helemaal uitdenken en het vervolgens sec gaan uitvoeren een vorm van 'painting by numbers' beoefenen. De uitkomst van het werk is dan vooraf al bekend. Overigens valt die uitkomst dan meestal toch tegen, en dat komt omdat het werk niet zo betekenisvol is als men had bedoeld of gehoopt. Het is een valkuil voor veel mensen en ook voor kunststudenten. Vanuit dit opzicht is het interessant bijvoorbeeld eens te kijken naar wanneer een portret een kunstwerk wordt.
terug naar de spiegelcitaten
De zoektocht in een werkproces gaat naar deze 'gebeurtenis'. Dat het werk een 'werk' is geworden; een werk dat zelfstandig de wereld in kan en waar je niet persé nog aan door moet werken (júist niet). Een werk dat beantwoordt aan je intentie een betekenisvol werk te maken, en dat je als maker 'rijker' maakt in het project, de serie of het proces waarmee je bezig bent. Rijker, uiteindelijk, als mens, denk ik zelfs. Je hebt iets ontdekt. Iets geleerd. Het gaat dus om het vinden, maar om iets te vinden moet je wel degelijk eerst zoeken (-).
Van de zoektocht naar de 'meerwaarde' (Van Elk), de 'dreun' (Lucassen), het 'iets' van Marc Mulders, kan je zeggen dat die tegelijk wel en niet doelgericht is. Het sterke van de woorden die mijn collega's gebruikten om het doel van het zoeken in het werkproces te beschrijven is dat ze geen vooraf afgebakend, gedefinieerd doel benoemen. Een meerwaarde, een dreun, een iets. Tegelijk klinkt dat natuurlijk wel vaag. Want wat is dan die meerwaarde? Wanneer doet een werk je een 'dreun' ervaren? Het lijkt wel ietsisme...
Het blijkt lastig woorden te geven aan de zoektocht die een werkproces aan een werk altijd is. Het gaat om intenties, om vermoedens, om ontroering en gevoeligheden. En toch is het zoekproces wel degelijk gericht. De zoektocht gaat namelijk naar de meerwaarde, naar dat 'iets' wat maakt dat het werk waar je aan werkt, opeens een 'werk' is geworden. Veel collega's van me vluchten dan ook vaak in de opmerking: Tja, het is 'beeldende' kunst, hè; als ik woorden ervoor had zou ik het wel opschrijven...
Ik begrijp dit antwoord, maar ik begrijp het wel als uitvlucht. Want ik denk dat voor een literair werk of een gedicht, hetzelfde geldt als voor een werk dat we onder 'beeldende' kunst kunnen scharen. Het gaat in de zoektocht, het werkproces om het vinden van het moment, het gebeuren, dat het werk gaat beantwoorden aan je intentie een betekenisvol werk te maken. Het werk is betekenisvol, vol van betekenis, wanneer het werk niet slechts één aanwijsbare betekenis heeft, maar dat het verschillende betekenissen in zich 'verknoopt'. Dat het werk zelf een ontdekkingsreis is geworden, in zijn huidige staat.
Als maker ontdek je opeens - maar wel omdat je ernaar opzoek bent en omdat je de vaardigheden en het reflectievermogen bezit die zoektocht de juiste kant op te leiden - iets nieuws in het werk. Het kan dan gebeuren dat je nog wat ingrepen moet/wilt doen om dat moment te versterken of te verdiepen, maar er was een moment dat het werk 'dat' opeens had. Je kunt het dan nog verprutsen en kwijtraken - in de schilderkunst hanteren kunstenaars wel de term 'doodschilderen' - je kunt aan dat moment weer voorbij gaan door teveel of verkeerd gerichte ingrepen te doen.
Zolang ik niet over een specifiek werk spreek, kan ik eigenlijk niet anders dan om in deze open termen te spreken over de zoektocht en het gevonden moment. Dat een werk veel betekenissen in zich verknoopt wil trouwens niet zeggen dat het alles betekent of alles maar zeggen kan. Een specifiek werk heeft specifieke inhouden. Als kijker blijf je gehouden aan wat het werk je daadwerkelijk toont. Maar deze inhouden raken op veel verschillende manieren aan de wereld om het werk heen en aan degene die het werk bekijkt. Als maker ben je tenslotte, vanuit dit gezichtspunt, niets anders dan de eerste kijker.
Een werk is meteen vanaf de eerste handeling een autonoom werk, dat iets zegt naar mij als maker. Ongeacht van wat ik als maker misschien had bedoeld of gewild te zeggen, het werk bestaat autonoom van mij als maker. Het kan dus ook iets anders zeggen dan wat ik misschien op doelde te zeggen. Het werk transcendeert mij als maker. Op een moment dat ik als maker niet in de hand heb, dat ik niet vooraf kan bedenken, wordt dat werk waar ik aan werk een 'werk'; een betekenisvol kunstwerk. Ik heb wel naar dit moment gezocht, en de zoektocht ook erop aangestuurd, maar toch is dat moment een gebeuren dat mij toevalt. Ik ontdek het en herken het (ook dat is een zaak van vaardigheden en reflectievermogen). Deze fase in het werkproces noemde Karel Appel treffend het 'afkijken'. In deze fase van het werk zit je als maker vooral nog te kijken. Je grijpt niet of nauwelijks nog fysiek in. Je probeert te bevatten wat je hebt gedaan en wat er is gebeurd, wat het werk je zegt en betekent. Ook voor je volgende stap in je werk.
Tenslotte helpt het misschien als ik zeg dat mensen die een werk vooraf helemaal uitdenken en het vervolgens sec gaan uitvoeren een vorm van 'painting by numbers' beoefenen. De uitkomst van het werk is dan vooraf al bekend. Overigens valt die uitkomst dan meestal toch tegen, en dat komt omdat het werk niet zo betekenisvol is als men had bedoeld of gehoopt. Het is een valkuil voor veel mensen en ook voor kunststudenten. Vanuit dit opzicht is het interessant bijvoorbeeld eens te kijken naar wanneer een portret een kunstwerk wordt.
terug naar de spiegelcitaten