Meer dan erkenning of financieel succes is voor mij belangrijk dat mijn werk context vindt. Het gaat me er niet om een succesvol ondernemer te zijn of te worden als kunstenaar. Het verkopen van mijn werk is niet in de eerste plaats dáárom belangrijk. Dat het werk context vindt om in te bestaan, om binnen te werken, is mijn belangrijkste doel. Een kunstwerk werkt immers pas wanneer het ervaren wordt en wanneer deze ervaring bereflecteerd wordt. De vergelijking van Hans-Georg Gadamer van een kunstwerk met het spel (in zijn standaardwerk over hermeneutiek: waarheid en methode) is daarom zo verhelderend. Een spel is niets totdat het gespeeld wordt. Ieder die deelneemt aan het spel, vindt betekenis in het doen ervan. Precies zo is het met een kunstwerk. Het werk moet gedaan worden in dubbele zin. Enerzijds in de ervaring van het maken, en anderzijds in de ervaring van het werk 'op zich'. Kunst is een gebeuren.
Wanneer het werk mijn atelier niet meer uit zou komen, krijgt het niet meer de kans te werken: om te blijven gebeuren. Eigenlijk vervalt het dan bijna tot niets-zijn; zo gauw ik stopte eraan te werken en het te ervaren. Want wat ís een kunstwerk nou eigenlijk in fysieke zin? Niet méér toch, dan wat materialen?
Natuurlijk kan een kunstenaar zich ermee tevreden stellen dat hij of zij zèlf de ervaring van het werk en het werken eraan door is gegaan. En natuurlijk neem je die ervaring mee in het leven en de wereld buiten het atelier. Maar voor mij is het uiteindelijk toch beperkend om alleen in mijn atelier te zijn en te werken. Dat zeg ik zonder het te geringschatten. Het werk in het atelier, het ervaren van wat daar gebeurt is voor mij belangrijk. Misschien is het zelfs de basis van mijn kunstenaarsschap. Daar maak ik ontwikkelingen door, en daar ontwikkel ik mijn werk. Daar 'zie' ik wat ik heb gedaan. Toch is mijn ervaring niet het enige wat telt. Ook het verwerven van een wereld door het werk zelf, buiten mij om, vind ik belangrijk. Ik denk dat ook daardoor mijn werk zich ontwikkelt en dus ikzelf als kunstenaar en als mens.
Voor de meeste werken moet ik trouwens sowieso buiten mijn atelier werken om ze te kunnen realiseren. Ik neem eigenlijk altijd iets mee van buiten het atelier om een werk te kunnen maken: De foto- of videocamera, het knipsel, de lichtval op een plek, enzovoort. Sowieso komen de materialen voor het werken van buiten. Maar omgekeerd moet het werk ook vaak letterlijk naar buiten om te kunnen ontstaan. Om buiten het atelier eraan te kunnen werken. Het atelier is dus niet eens de enige plek waar ik kan werken en waar ik mijn werk kan ontwikkelen.
In nog wezenlijker zin moet het werk naar buiten, zoals ik al schreef. In het kunstwerk verwerven we als kijkers onszelf een wereld, in de ervaring ervan leren we onszelf begrijpen en kennen. Voor het werk zelf is het volgens mij ook belangrijk dat het ervaren en begrepen wordt. Dat is wat ik bedoel wanneer ik zeg dat het werk zelf zich een wereld moet gaan verwerven. Dat gebeurt niet wanneer het in mijn atelier ligt opgeslagen. Het werk moet gebeuren. In het gebeuren wint het aan betekenis. Wordt het relevant. Kijk maar naar de kunstgeschiedenis. Een kunstwerk moet levende geschiedenis worden. Het moet gezien worden, ervaren en beleefd. Niet dat het in de boekjes moet komen, maar wel moet het zich in de wereld een geschiedenis verwerven.
Wanneer ik over een kunstbeurs wandel, en er hangt geen werk van mij bij - zoals Armando zei - dan is dát wat me steekt. Het gaat me er niet om dat ik gevierd wordt als kunstenaar, of dat ik 'ervan kan leven' (wat toch de meest gestelde reactie is in Nederland wanneer je iemand vertelt dat je kunstenaar bent). Het gaat mij erom dat het werk kan 'werken'.
terug naar de spiegelcitaten
Wanneer het werk mijn atelier niet meer uit zou komen, krijgt het niet meer de kans te werken: om te blijven gebeuren. Eigenlijk vervalt het dan bijna tot niets-zijn; zo gauw ik stopte eraan te werken en het te ervaren. Want wat ís een kunstwerk nou eigenlijk in fysieke zin? Niet méér toch, dan wat materialen?
Natuurlijk kan een kunstenaar zich ermee tevreden stellen dat hij of zij zèlf de ervaring van het werk en het werken eraan door is gegaan. En natuurlijk neem je die ervaring mee in het leven en de wereld buiten het atelier. Maar voor mij is het uiteindelijk toch beperkend om alleen in mijn atelier te zijn en te werken. Dat zeg ik zonder het te geringschatten. Het werk in het atelier, het ervaren van wat daar gebeurt is voor mij belangrijk. Misschien is het zelfs de basis van mijn kunstenaarsschap. Daar maak ik ontwikkelingen door, en daar ontwikkel ik mijn werk. Daar 'zie' ik wat ik heb gedaan. Toch is mijn ervaring niet het enige wat telt. Ook het verwerven van een wereld door het werk zelf, buiten mij om, vind ik belangrijk. Ik denk dat ook daardoor mijn werk zich ontwikkelt en dus ikzelf als kunstenaar en als mens.
Voor de meeste werken moet ik trouwens sowieso buiten mijn atelier werken om ze te kunnen realiseren. Ik neem eigenlijk altijd iets mee van buiten het atelier om een werk te kunnen maken: De foto- of videocamera, het knipsel, de lichtval op een plek, enzovoort. Sowieso komen de materialen voor het werken van buiten. Maar omgekeerd moet het werk ook vaak letterlijk naar buiten om te kunnen ontstaan. Om buiten het atelier eraan te kunnen werken. Het atelier is dus niet eens de enige plek waar ik kan werken en waar ik mijn werk kan ontwikkelen.
In nog wezenlijker zin moet het werk naar buiten, zoals ik al schreef. In het kunstwerk verwerven we als kijkers onszelf een wereld, in de ervaring ervan leren we onszelf begrijpen en kennen. Voor het werk zelf is het volgens mij ook belangrijk dat het ervaren en begrepen wordt. Dat is wat ik bedoel wanneer ik zeg dat het werk zelf zich een wereld moet gaan verwerven. Dat gebeurt niet wanneer het in mijn atelier ligt opgeslagen. Het werk moet gebeuren. In het gebeuren wint het aan betekenis. Wordt het relevant. Kijk maar naar de kunstgeschiedenis. Een kunstwerk moet levende geschiedenis worden. Het moet gezien worden, ervaren en beleefd. Niet dat het in de boekjes moet komen, maar wel moet het zich in de wereld een geschiedenis verwerven.
Wanneer ik over een kunstbeurs wandel, en er hangt geen werk van mij bij - zoals Armando zei - dan is dát wat me steekt. Het gaat me er niet om dat ik gevierd wordt als kunstenaar, of dat ik 'ervan kan leven' (wat toch de meest gestelde reactie is in Nederland wanneer je iemand vertelt dat je kunstenaar bent). Het gaat mij erom dat het werk kan 'werken'.
terug naar de spiegelcitaten