Dear Sides, Katja Mater bij P/////AKT
‘Alles heeft twee kanten’, wordt vaak gezegd bij het zoeken naar nuance, of als het niet helemaal lukt om tegenstellingen met elkaar te verenigen. Die verschillende kanten zijn Katja Mater (1979) dierbaar. Dit blijkt uit de titel van deze tentoonstelling (waarvoor nieuw werk is gemaakt) die de verschillende zijden adresseert met Dear, ofwel ‘Beste’. Vermoedelijk moeten we vanuit het Engels ook denken aan de aanhef ‘Lieve’ en ‘Geachte’ (denk aan Dear Sir). De specifieke achting of het aanzien van de twee zijden tellen even zwaar. De ene kant doet niet onder voor de andere, zogezegd.
Tegenover de deur waardoor je binnenkomt bij P////AKT staat een wand. Deze helpt mee de ruimte te verduisteren voor Maters filminstallaties. Erop hangt een fotoprint van een filmstill, niet plat maar haaks op de wand. De ene zijde leest: 'DAre NOT', de andere: ‘ReAd ON’. Het laatste met de letter ‘N’ in spiegelschrift. Durf ik door te gaan met lezen?
Tegenover de deur waardoor je binnenkomt bij P////AKT staat een wand. Deze helpt mee de ruimte te verduisteren voor Maters filminstallaties. Erop hangt een fotoprint van een filmstill, niet plat maar haaks op de wand. De ene zijde leest: 'DAre NOT', de andere: ‘ReAd ON’. Het laatste met de letter ‘N’ in spiegelschrift. Durf ik door te gaan met lezen?
Wanneer je om deze wand heen loopt, zie je een verticaal, vrij hangend projectiescherm, midden in de ruimte. Er wordt een staand 16mm-filmbeeld op geprojecteerd, dat zo van beide kanten van het scherm bekeken kan worden. Mater maakte daarvoor ook prettige, houten bankjes. Het geheel is opgesteld in een diagonaal, evenwijdig aan een erachter geplaatste donkere wand.
Nu wordt duidelijk hoe de filmstill bij de ingang is ontstaan. Mater schrijft met rood een korte zin in een grijzige vorm. Dan past ze met zwart de zin aan. Ze haalt letters weg en voegt letters toe, of verandert ze in andere. De rode zin is aan de ene kant normaal te lezen; de zwarte, aangepaste, zin aan de andere kant. De grijzige vorm is ontstaan door het wegschilderen van de zinnen. Dit zie je overigens niet gebeuren in de film: de vorm is er eerst, dan volgt de zin en daarna de aanpassing.
Er worden aldus vier aspecten zichtbaar: wegschilderen/doorhalen; aanpassen van letters; twee 'voorstellingen' of proposities; het standpunt of de zijde vanwaar je leest, dat het verschil maakt voor de leesbaarheid van de lettertekens en zo mede bepaalt of en hoe de betekenis van de zin begrijpelijk wordt.
Nu wordt duidelijk hoe de filmstill bij de ingang is ontstaan. Mater schrijft met rood een korte zin in een grijzige vorm. Dan past ze met zwart de zin aan. Ze haalt letters weg en voegt letters toe, of verandert ze in andere. De rode zin is aan de ene kant normaal te lezen; de zwarte, aangepaste, zin aan de andere kant. De grijzige vorm is ontstaan door het wegschilderen van de zinnen. Dit zie je overigens niet gebeuren in de film: de vorm is er eerst, dan volgt de zin en daarna de aanpassing.
Er worden aldus vier aspecten zichtbaar: wegschilderen/doorhalen; aanpassen van letters; twee 'voorstellingen' of proposities; het standpunt of de zijde vanwaar je leest, dat het verschil maakt voor de leesbaarheid van de lettertekens en zo mede bepaalt of en hoe de betekenis van de zin begrijpelijk wordt.
Achter het scherm, op de donkere wand hangt een fotoprint. De foto is dubbel belicht waardoor Maters hoofd en profil van beide zijden tegelijkertijd te zien is. De achtergrond is echter weggekrast met een zwarte stift op een sheet. Door de dubbele belichting heeft dit als gevolg dat het gezicht is doorgehaald, je ziet eigenlijk vooral het oor. Hierdoor lijkt deze Januskop in plaats van op het 'zien' te wijzen op het luisteren. In de context van de opstelling komt de fotoprint me zo voor als een aanwijzing, die een boodschap overbrengt van hoe we het werk kunnen begrijpen. Lezen doen we met onze ogen, maar door het doorhalen kunnen we niet meer zien wat er staat, of liever: stond. De foto lijkt te ‘zeggen’: wie oren heeft, moet horen. Maar: er valt niets letterlijk te horen, alleen het geratel van de projector. Het luisteren moet ik blijkbaar begrijpen in een overdrachtelijke zin, metaforisch.
Ik denk aan het gedicht ‘Awater’ van Martinus Nijhof:
‘Het wordt stil, het wordt warmer in de zaal.
Steeds zilter waait dun ratelend metaal.
De schrijfmachine mijmert gekkepraat.
Lees maar, er staat niet wat er staat. Er staat:’
(Mater):
‘deAr SideS, (andere zijde:) reAd ediTS
i MUST SAY, AS SOMe ASK
A KeeN reAder, SpeAKS CleAr
MY eYe SeT ON, YeS NoTeS All
reVerSed MOMeNTS, iN eVerY MeMO
Are drAWN TO, iNWArd MOTiON.’
Wat aan de ene kant te lezen en te begrijpen is, verdwijnt. Het verandert door doorhalingen en aanpassingen in wat aan de andere kant te kennen wordt gegeven. Maar als we lezen wat er niet staat, ‘beluisteren’ we in de hele handeling iets anders dan wat de tekens, woorden, zinnen, en alle zinnen bij elkaar als tekst, be-tekenen. Uit het schrijven/lezen 'spreekt' een andere, grotere inhoud dan wat de tekst (in zichzelf) beduidt. We moeten niet stilstaan bij wat de teksten betekenen, maar beluisteren wat het optekenen van de tekens aanduidt. Maar niet alleen dat: de hele handeling is hetgeen Mater in dit werk aan de orde stelt, zowel het schrijven, als het tekenen, zowel het doorhalen en veranderen, als het perspectief dat ingenomen wordt en ‘bepaalt’ wat men ziet en leest/begrijpt.
‘Het wordt stil, het wordt warmer in de zaal.
Steeds zilter waait dun ratelend metaal.
De schrijfmachine mijmert gekkepraat.
Lees maar, er staat niet wat er staat. Er staat:’
(Mater):
‘deAr SideS, (andere zijde:) reAd ediTS
i MUST SAY, AS SOMe ASK
A KeeN reAder, SpeAKS CleAr
MY eYe SeT ON, YeS NoTeS All
reVerSed MOMeNTS, iN eVerY MeMO
Are drAWN TO, iNWArd MOTiON.’
Wat aan de ene kant te lezen en te begrijpen is, verdwijnt. Het verandert door doorhalingen en aanpassingen in wat aan de andere kant te kennen wordt gegeven. Maar als we lezen wat er niet staat, ‘beluisteren’ we in de hele handeling iets anders dan wat de tekens, woorden, zinnen, en alle zinnen bij elkaar als tekst, be-tekenen. Uit het schrijven/lezen 'spreekt' een andere, grotere inhoud dan wat de tekst (in zichzelf) beduidt. We moeten niet stilstaan bij wat de teksten betekenen, maar beluisteren wat het optekenen van de tekens aanduidt. Maar niet alleen dat: de hele handeling is hetgeen Mater in dit werk aan de orde stelt, zowel het schrijven, als het tekenen, zowel het doorhalen en veranderen, als het perspectief dat ingenomen wordt en ‘bepaalt’ wat men ziet en leest/begrijpt.
Achter de diagonale, donkere wand is een verlichte ruimte. We komen eerst langs een sensor die een projector voor een korte duur laat lopen. Eén van de zes zeer korte filmpjes op de rol wordt geprojecteerd op een scherm met een spiegelglas er haaks opgezet. Dan slaat de projector weer uit. Van de ene kant af bekeken wordt de film verdubbeld in het spiegelglas, vanaf de andere kant kijk je gewoon door het spiegelglas heen en is er geen verdubbeling. Dan bereik je de verlichte ruimte. Hier heeft Mater gewerkt aan één van haar kenmerkende, meermalen belichte films, waarbij ze kleurvlakken schildert in een ruimte en de verschillende stappen over en door elkaar heen belicht op de film. Drie van die stappen zijn korte filmpjes in die projectierol met het spiegelglas. De beschildering van de gemaakte stappen in de film, is fysiek te herkennen in de ruimte. Een spoor van een handeling die is gedaan.
In de verlichte ruimte hangen twee fotomontages, met vijf gestapelde foto's, ook kenmerkend voor Mater. Maar hier met een heel andere inhoud dan gebruikelijk. Het gaat niet om een (architectonische en beschilderde) ruimte, maar om een schematische, formuleachtige tekening – alsof een natuurkundige een bepaald krachtenspel heeft geprobeerd uit te leggen. Ertussen staat een object, waarmee je door een stapel lavastenen heen kunt kijken, van de ene fotomontage naar de andere.
In de verlichte ruimte hangen twee fotomontages, met vijf gestapelde foto's, ook kenmerkend voor Mater. Maar hier met een heel andere inhoud dan gebruikelijk. Het gaat niet om een (architectonische en beschilderde) ruimte, maar om een schematische, formuleachtige tekening – alsof een natuurkundige een bepaald krachtenspel heeft geprobeerd uit te leggen. Ertussen staat een object, waarmee je door een stapel lavastenen heen kunt kijken, van de ene fotomontage naar de andere.
Doordat de eerste opstelling al zo rijk is en veel cognitieve en sensorische inspanning (en ook tijd) vergt om te ervaren en te begrijpen, komt deze tweede opstelling op mij over als een toegift. Een toegift waar ik persoonlijk geen behoefte aan heb vanwege het vele wat al is ervaren en gedaan. Zoals ik ook niet houd van toegiften na een concert, of een heel museum volledig doorloop na het bezoeken van een tentoonstelling: het vele van dat ene is mij genoeg. Dat mag zijn beslag krijgen en wil ik niet al tot verleden tijd maken met alweer nieuwe ervaringen. Maar misschien is dit een persoonlijke eigenschap, die niet voor iedereen geldt.
De term 'toegift' doet dit zogezegde, extra werk in Maters tentoonstelling ook tekort. Alsof het 'maar' een voetnoot is en dat is het niet. Maar de tentoonstelling valt wel uiteen in twee delen, die onderling weliswaar betrekking op elkaar hebben, maar die elkaar niet per se nodig hebben. De Dear Sides opstelling aan het begin, samen met de twee genoemde fotoprints, is echter een rijke en boeiende stap in Maters werk waarin inzichten opgedaan worden over waarnemen en begrijpen in tijd en ruimte, zoals ook in haar eerdere werk – maar nu met de toevoeging van het taal-teken en de taal-handeling en de rol van standpunten en perspectief, in fysieke en metaforische zin.
De term 'toegift' doet dit zogezegde, extra werk in Maters tentoonstelling ook tekort. Alsof het 'maar' een voetnoot is en dat is het niet. Maar de tentoonstelling valt wel uiteen in twee delen, die onderling weliswaar betrekking op elkaar hebben, maar die elkaar niet per se nodig hebben. De Dear Sides opstelling aan het begin, samen met de twee genoemde fotoprints, is echter een rijke en boeiende stap in Maters werk waarin inzichten opgedaan worden over waarnemen en begrijpen in tijd en ruimte, zoals ook in haar eerdere werk – maar nu met de toevoeging van het taal-teken en de taal-handeling en de rol van standpunten en perspectief, in fysieke en metaforische zin.
17.09.2019 - Review Metropolis M - Ton Kruse
(photo's courtesy of P/////AKT, except 1 & 3)