Ik vind het heel bijzonder dat ik Mariecke Borger bereid vond bij de opening van mijn tentoonstelling te spelen toen ik haar daarom vroeg. Haar boeiende album was zojuist uitgekomen, en ik was geraakt door haar intieme liedjes, die compositorisch vaak op een niet voorspelbare manier in elkaar zitten. Marieckes muziek vraagt aandacht van de luisteraar om begrepen te kunnen worden.
Muziek is abstract van zichzelf. De structuur van een muzikale compositie verwijst in principe naar niets anders dan naar zichzelf. Muziek is ritme, harmonie of disharmonieen klankkleur. De noten refereren niet in zichzelf naar een object, een persoon of een plek. Toch is muziek ook bij uitstek betekenisvol. Je herkent er een dynamiek in die iets zegt over hoe je als mens denkt, voelt en bent. Het is zelfs mogelijk dat de abstracte noten - voortgebracht door instrumenten - een plek, een concrete tijd, oproepen in je gedachten. Ik herinner me dat één van de pianospelende broertjes Jussen zei in een televisiegesprek dat het gelukt was de piano als water te laten klinken bij de vertolkingvan een compositie van Maurice Ravel. Je hoort een piano waaruit noten klinken in een bepaalde volgorde en snelheid - een abstractie - maar in de luisteraar roepen deze tonen beelden, gevoelens, op van 'water'.
Mariecke Borger speelt niet alleen noten, maar ze zingt ook teksten. Opeens is de muziek niet meer puur abstract: ik hoor een mens, ze zingt woorden - een tekst - die in zichzelf een betekenisvolle structuur heeft. Ik vermoed dat Marieckes teksten gaan over haarzelf, of over mensen die ze werkelijk kent. Toch kan ik me ook als luisteraar terugvinden in wat ze zingt. Door de poëtische structuur, door de melodie en structuur van de zanglijn, in samenspel met de instrumentale muziek, worden de - door haarzelf wellicht werkelijk beleefde, gebeurtenissen - uitgetild boven de realiteit waaraan ze refereren. De beschreven gevoelens, personen en gebeurtenissen worden losgemaakt van hun letterlijke, tijd- en plaatsgebonden realiteit, en worden - 'larger than life' - inleefbaar voor mij als luisteraar, die Mariecke en de mensen in haar leven niet persoonlijk kent. Het wordt voor mij als luisteraar mogelijk mezelf te spiegelen, te toetsen of te herkennen in de woorden van een lied. Het wordt mogelijk in de gevoelens, gedachtenen mensen uit Marieckes leven iets van mijzelf, van mijn eigen leven te herkennen.
Juist hierin zag ik een verbinding tussen Marieckes werk en wat ik doe in mijn serie schilderijen 'Stains: not facing reality'. Schilderen heeft net als muziek een abstracte basis: het gaat over kleuren, tonen, harmonieën en disharmonieën, structuur en ritme. Het is echter mogelijk om, net als een tekst in een lied, een onmiskenbare referentie inde vormen en kleuren aan te brengen. Een referentie naar iets of iemand buiten de verf en het doek. In mijn geval zijn dat figuren en elementen uit mijn verzameling van beeldmateriaal dat ik door de jaren heen verzamelde. Iets in die afbeeldingen heeft me geraakt, iets wat los staat van de specifieke persoon, tijd of situatie in de afbeelding. Ik heb er iets in herkend, iets in ervaren, iets - en dat laat ik bewust open - wat mij iets zegt over mijzelf, over hoe ik in de wereld sta, over wat het betekent om hier en nu mens te zijn.
In het schilderen beleef ik de ervaring van hetgene dat ik schilder opnieuw. In feite schilder ik niet wat ik zie, maar zie ik wat ik schilder. In het schilderen spreekt het afgebeelde me nieuw toe, ervaar ik het opnieuw in beweging en toets. Vanaf het moment dat ik de eerste streken op het doek zet spreekt het werk tot me, niet alleen als maker - maar vooral als kijker. Het doek is autonoom en toont mij zichzelf. Ik reageer op wat ik zie, vanuit mijn intentie: en mijn intentie is hetgene wat me raakte in de afbeelding te zien, nieuw te ervaren in de beweging van het schilderen.
Die twee dingen: de ervaring van de afbeelding - maar dan actueel, en de ervaring van het schilderen: dat autonome doek dat direct terugspreekt en de beweging vanuit een intentie. Te zien wat ik schilder. De beweging van de penselen en spatels over het doek, de opbouw van kleuren en vormen, dat is allemaal aan mijn persoon verbonden. Ik ben het die schildert, het is mijn handschrift, mijn dynamiek. Maar net zoals Marieckes teksten uitstijgen boven het strikt persoonlijke en anekdotische van haar bestaan, worden - door de structurering en compositie van het schilderij - mijn bewegingen, mijn ervaring van het schilderen en van dat wat ik zie, hopelijk ook open voor u als kijker. Het wordt voor u als kijker mogelijk uzelf te spiegelen, te toetsen of te herkennen in de bewegingen, de kleuren, de structuur en het afgebeelde van het schilderij. Het wordt mogelijk in de inscriptie van mijn ervaring in het schilderij iets van uzelf, van uw eigen leven te herkennen. Iets - hoe open die term ook is en blijft - wat u iets zegt over uzelf, over hoe u in de wereld staat, over wat het betekent om hier en nu mens te zijn.
Ton Kruse, bij de opening van de tentoonstelling 'Stains; not facing reality' in de School van Frieswijk op 16 november 2013.
Muziek is abstract van zichzelf. De structuur van een muzikale compositie verwijst in principe naar niets anders dan naar zichzelf. Muziek is ritme, harmonie of disharmonieen klankkleur. De noten refereren niet in zichzelf naar een object, een persoon of een plek. Toch is muziek ook bij uitstek betekenisvol. Je herkent er een dynamiek in die iets zegt over hoe je als mens denkt, voelt en bent. Het is zelfs mogelijk dat de abstracte noten - voortgebracht door instrumenten - een plek, een concrete tijd, oproepen in je gedachten. Ik herinner me dat één van de pianospelende broertjes Jussen zei in een televisiegesprek dat het gelukt was de piano als water te laten klinken bij de vertolkingvan een compositie van Maurice Ravel. Je hoort een piano waaruit noten klinken in een bepaalde volgorde en snelheid - een abstractie - maar in de luisteraar roepen deze tonen beelden, gevoelens, op van 'water'.
Mariecke Borger speelt niet alleen noten, maar ze zingt ook teksten. Opeens is de muziek niet meer puur abstract: ik hoor een mens, ze zingt woorden - een tekst - die in zichzelf een betekenisvolle structuur heeft. Ik vermoed dat Marieckes teksten gaan over haarzelf, of over mensen die ze werkelijk kent. Toch kan ik me ook als luisteraar terugvinden in wat ze zingt. Door de poëtische structuur, door de melodie en structuur van de zanglijn, in samenspel met de instrumentale muziek, worden de - door haarzelf wellicht werkelijk beleefde, gebeurtenissen - uitgetild boven de realiteit waaraan ze refereren. De beschreven gevoelens, personen en gebeurtenissen worden losgemaakt van hun letterlijke, tijd- en plaatsgebonden realiteit, en worden - 'larger than life' - inleefbaar voor mij als luisteraar, die Mariecke en de mensen in haar leven niet persoonlijk kent. Het wordt voor mij als luisteraar mogelijk mezelf te spiegelen, te toetsen of te herkennen in de woorden van een lied. Het wordt mogelijk in de gevoelens, gedachtenen mensen uit Marieckes leven iets van mijzelf, van mijn eigen leven te herkennen.
Juist hierin zag ik een verbinding tussen Marieckes werk en wat ik doe in mijn serie schilderijen 'Stains: not facing reality'. Schilderen heeft net als muziek een abstracte basis: het gaat over kleuren, tonen, harmonieën en disharmonieën, structuur en ritme. Het is echter mogelijk om, net als een tekst in een lied, een onmiskenbare referentie inde vormen en kleuren aan te brengen. Een referentie naar iets of iemand buiten de verf en het doek. In mijn geval zijn dat figuren en elementen uit mijn verzameling van beeldmateriaal dat ik door de jaren heen verzamelde. Iets in die afbeeldingen heeft me geraakt, iets wat los staat van de specifieke persoon, tijd of situatie in de afbeelding. Ik heb er iets in herkend, iets in ervaren, iets - en dat laat ik bewust open - wat mij iets zegt over mijzelf, over hoe ik in de wereld sta, over wat het betekent om hier en nu mens te zijn.
In het schilderen beleef ik de ervaring van hetgene dat ik schilder opnieuw. In feite schilder ik niet wat ik zie, maar zie ik wat ik schilder. In het schilderen spreekt het afgebeelde me nieuw toe, ervaar ik het opnieuw in beweging en toets. Vanaf het moment dat ik de eerste streken op het doek zet spreekt het werk tot me, niet alleen als maker - maar vooral als kijker. Het doek is autonoom en toont mij zichzelf. Ik reageer op wat ik zie, vanuit mijn intentie: en mijn intentie is hetgene wat me raakte in de afbeelding te zien, nieuw te ervaren in de beweging van het schilderen.
Die twee dingen: de ervaring van de afbeelding - maar dan actueel, en de ervaring van het schilderen: dat autonome doek dat direct terugspreekt en de beweging vanuit een intentie. Te zien wat ik schilder. De beweging van de penselen en spatels over het doek, de opbouw van kleuren en vormen, dat is allemaal aan mijn persoon verbonden. Ik ben het die schildert, het is mijn handschrift, mijn dynamiek. Maar net zoals Marieckes teksten uitstijgen boven het strikt persoonlijke en anekdotische van haar bestaan, worden - door de structurering en compositie van het schilderij - mijn bewegingen, mijn ervaring van het schilderen en van dat wat ik zie, hopelijk ook open voor u als kijker. Het wordt voor u als kijker mogelijk uzelf te spiegelen, te toetsen of te herkennen in de bewegingen, de kleuren, de structuur en het afgebeelde van het schilderij. Het wordt mogelijk in de inscriptie van mijn ervaring in het schilderij iets van uzelf, van uw eigen leven te herkennen. Iets - hoe open die term ook is en blijft - wat u iets zegt over uzelf, over hoe u in de wereld staat, over wat het betekent om hier en nu mens te zijn.
Ton Kruse, bij de opening van de tentoonstelling 'Stains; not facing reality' in de School van Frieswijk op 16 november 2013.