het werk 'wonder'
Het werk wonder bestaat uit de toevoeging van het woord 'wonder' aan een aangetroffen context. Het woord werkt daar als een manier van zien, ofwel verstaan. Het woord is één centimeter hoog, wit gekleurd, in een schreefloos lettertype, bijvoorbeeld: Arial. Hierdoor is het een toevoeging die in de gegeven context niet om aandacht vraagt. Je oog moet erop vallen, anders kijk je er wellicht ook gemakkelijk langs.
Een woord is de meest basale semantische eenheid in de taal. Vaak refereert het direct aan een zaak die bestaat. In het geval van 'wonder' refereert het woord als naamwoord niet aan een bestaande zaak, maar aan een gedachte-ding, een concept - en als werkwoord aan een handeling. Binnen de syntaxis van de zin heeft een woord een semantische rol, die zijn betekenis geeft en ontvangt mede vanuit de zinsstructuur. In dit werk wordt de generatieve semantiek van en door het woord mede bepaald door diens omgeving - precies zoals binnen de zin. Als naamwoord en als werkwoord heeft het woord in de context waarin het is geplaatst, een semantische rol in een grammaticale context.
Het 'zien' is een ambigu begrip. Het kan verwijzen naar het waarnemen in letterlijke zin, maar refereert ook aan het 'vatten' met het verstand (inzien) en het voorstellingsvermogen. In dit werk wordt het zien in deze dubbele betekenis geactiveerd. Het woord wordt waargenomen en gevat, maar wel in de syntaxis van de betreffende context.
Het woord 'wonder' heeft een betekeniskring die samenkomt rond: verbazing en verwondering, en dat laatste in de zin van: je afvragen in een meest positieve zin, nieuwsgierig naar iets of iemand zijn zonder dit of deze al te vatten. Belangrijk is ook de betekenis van hoedanigheden of prestaties die ver boven of buiten het gewone, het vanzelfsprekende liggen. (Woordenboek der Nederlandsche Taal) In het Engels heeft het woord een soortgelijke betekeniskring. (Cambridge Dictionary)
Het interesseert mij om te ontdekken hoe deze semantiek functioneert in het verstaan van de aangetroffen contexten. Door het woord in en aan te brengen, ontdek ik hoe het gezien wordt in die context waarin het gelezen wordt en hoe die context wordt gezien in syntaxis met het woord.
Een woord is de meest basale semantische eenheid in de taal. Vaak refereert het direct aan een zaak die bestaat. In het geval van 'wonder' refereert het woord als naamwoord niet aan een bestaande zaak, maar aan een gedachte-ding, een concept - en als werkwoord aan een handeling. Binnen de syntaxis van de zin heeft een woord een semantische rol, die zijn betekenis geeft en ontvangt mede vanuit de zinsstructuur. In dit werk wordt de generatieve semantiek van en door het woord mede bepaald door diens omgeving - precies zoals binnen de zin. Als naamwoord en als werkwoord heeft het woord in de context waarin het is geplaatst, een semantische rol in een grammaticale context.
Het 'zien' is een ambigu begrip. Het kan verwijzen naar het waarnemen in letterlijke zin, maar refereert ook aan het 'vatten' met het verstand (inzien) en het voorstellingsvermogen. In dit werk wordt het zien in deze dubbele betekenis geactiveerd. Het woord wordt waargenomen en gevat, maar wel in de syntaxis van de betreffende context.
Het woord 'wonder' heeft een betekeniskring die samenkomt rond: verbazing en verwondering, en dat laatste in de zin van: je afvragen in een meest positieve zin, nieuwsgierig naar iets of iemand zijn zonder dit of deze al te vatten. Belangrijk is ook de betekenis van hoedanigheden of prestaties die ver boven of buiten het gewone, het vanzelfsprekende liggen. (Woordenboek der Nederlandsche Taal) In het Engels heeft het woord een soortgelijke betekeniskring. (Cambridge Dictionary)
Het interesseert mij om te ontdekken hoe deze semantiek functioneert in het verstaan van de aangetroffen contexten. Door het woord in en aan te brengen, ontdek ik hoe het gezien wordt in die context waarin het gelezen wordt en hoe die context wordt gezien in syntaxis met het woord.