Berend Strik - The Needles with ‘Deciphering the Artist’s Mind’ 2021
In onze tijd is het een vraag geworden wat een kunstenaar is. In de laatste decennia is de maatschappelijke plek en de status van de autonome kunst verschoven onder druk van overheidsbeleid. Dit beleid, waarin de kunstenaar aangesproken wordt als ondernemer – als ‘maker’ (producent) en zakenman of -vrouw (of anders) – is zo succesvol uitgezet en gepromoot, dat de kunstenaar ofwel in een identiteitscrisis belandt, ofwel gaat geloven in deze namen die aan hem, haar of hen worden gegeven, ofwel terecht komt in een positie van tegenspraak – een meest eenzame plaats aan de randen van de samenleving. Op de Academies wordt niet langer autonome kunst gestudeerd, maar fine art. Vaker wel dan niet met de aanvulling: fine art en design. Schone kunst of autonome kunst. Het verschil tussen een product of een ambacht, en een praktijk.
Eind december 2017 schreef ik voor Metropolis M over de voorgaande tentoonstelling van Berend Strik bij Fons Welters: Redefining Realness. Alle werken in deze presentatie heetten: Deciphering the artist’s mind, gevolgd door: (Studio …). De stippels ingevuld met de initialen van de betreffende kunstenaars, uit heden en verleden. Mijn conclusie was destijds dat de herdefiniëring van de echtheid niet zozeer wees op het ontcijferen van de geest van de kunstenaars wiens studio’s Berend onderzocht, maar op de echtheid van de werken zelf. Werken waarin Strik’s onderzoek ostensief is geworden. Enkele dagen nadat ik die review schreef vond ik mijn buurvrouw dood in haar studio. Dit leidde ertoe dat ik op 1 januari 2018 mijn eigen studio omdoopte in R.S.O.L. (Room for the Study of Loneliness) en de Faculty of In-humanities startte. Berend Strik is daar als partner in betrokken gebleven, met een bijdrage aan het open huis (present) en aan Issue #2, de publicatie van the Faculty. Centraal in de studie van the Faculty staat de plek en de status van de kunstenaar in de hedendaagse samenleving en de aard van diens werk als hedendaagse kunst.
In The needles with deciphering the artist’s mind zijn we terug bij het onderzoek dat Strik destijds presenteerde. Op de website van Fons Welters staat dat Berend zijn eigen geest en zijn eigen positie als kunstenaar (in de wereld) onderzoekt. “Wat verbindt en wat (onder)scheidt kunstenaars,” is de onderzoeksvraag volgens de website auteur geweest. Als we kijken naar het werk dat getoond wordt in de presentatie – het werk zelf, dan is opnieuw onmiskenbaar dat Strik niet de geest van collegae uit heden en verleden ontcijfert of in kaart brengt. De werken zijn zichzelf, ook al verwijst de fotografie redelijk rechtstreeks naar de concrete werkplekken van kunstenaars. Niets verwijst echter ondubbelzinnig naar wat zij eventueel hebben gedacht. Nauwelijks wijst iets ook op hoe zij hebben gewerkt, naar hun methoden en intenties. Niets wordt verhelderd van het ‘waarom’ van hun kunstenaarschap en praktijk.
Natuurlijk verwijzen de werken wel naar Berend Strik zelf, als de ‘maker’ van de werken. Fundamenteel verschijnen de werken als werkstukken die door iemand zijn gemaakt. Ze tonen welke keuzes zijn gemaakt en vertonen sporen van hoe ze zijn gemaakt. Wellicht zegt dit iets over de geest van Berend, over zijn denken en werkwijze. Je moet echter psycholoog zijn om hier iets zinnigs van te kunnen zeggen. En ik vermoed, dat zelfs voor een psycholoog het dan nog moet blijven bij vermoedens en mogelijkheden. Ik denk aan een forensisch onderzoek: wat kunnen de sporen die we aantreffen betekenen? Kunnen de kwaliteiten van de sporen dienen als aanwijzingen voor wat er is gebeurd, als bewijs van wat de veroorzaker ervan heeft gedacht en gewild?
Dat forensisch onderzoek een heikele zaak is weten we uit de rechtspraak. Beter is het dan Strik zelf te vragen wat hij denkt en heeft gedacht. Of hij nog weet en terug kan halen wat hij deed, en waarom. Het is trouwens ook nog een vraag of iemand eigenlijk wel ‘weet’ wat hij, zij of hen denkt… Nog beter is het daarom te blijven bij de werken zelf. Hun echtheid is onmiskenbaar. Maar – wat zijn de werken precies? Beperk je je tot het individuele, geborduurde en bewerkte fotodoek? Of bestaat er nog iets naast het feitelijke en concrete van het materiaal?
Naast het concrete werk is er wel degelijk een immateriële bovenbouw in de presentatie en het langlopende project. De werken hebben allereerst titels. Deze zijn verre van arbitrair of blanco: er zijn geen untitleds of genummerde werken. Met de titels krijgen de werken een extra laag, die wellicht als een soort ‘bril’ werkt waarmee het werk bekeken en begrepen wordt. Daarbij hebben we de webtekst van Fons Welters en een boek met teksten (Berend Strik, Deciphering the Artist’s Mind, Yale University Press, New Haven, 2020). Hierdoor komen de werken los van zichzelf en in een groter verband te staan. Strik’s betrokkenheid bij het studieveld van the Faculty wijst op een specifiek thema en paradigma.
Eind december 2017 schreef ik voor Metropolis M over de voorgaande tentoonstelling van Berend Strik bij Fons Welters: Redefining Realness. Alle werken in deze presentatie heetten: Deciphering the artist’s mind, gevolgd door: (Studio …). De stippels ingevuld met de initialen van de betreffende kunstenaars, uit heden en verleden. Mijn conclusie was destijds dat de herdefiniëring van de echtheid niet zozeer wees op het ontcijferen van de geest van de kunstenaars wiens studio’s Berend onderzocht, maar op de echtheid van de werken zelf. Werken waarin Strik’s onderzoek ostensief is geworden. Enkele dagen nadat ik die review schreef vond ik mijn buurvrouw dood in haar studio. Dit leidde ertoe dat ik op 1 januari 2018 mijn eigen studio omdoopte in R.S.O.L. (Room for the Study of Loneliness) en de Faculty of In-humanities startte. Berend Strik is daar als partner in betrokken gebleven, met een bijdrage aan het open huis (present) en aan Issue #2, de publicatie van the Faculty. Centraal in de studie van the Faculty staat de plek en de status van de kunstenaar in de hedendaagse samenleving en de aard van diens werk als hedendaagse kunst.
In The needles with deciphering the artist’s mind zijn we terug bij het onderzoek dat Strik destijds presenteerde. Op de website van Fons Welters staat dat Berend zijn eigen geest en zijn eigen positie als kunstenaar (in de wereld) onderzoekt. “Wat verbindt en wat (onder)scheidt kunstenaars,” is de onderzoeksvraag volgens de website auteur geweest. Als we kijken naar het werk dat getoond wordt in de presentatie – het werk zelf, dan is opnieuw onmiskenbaar dat Strik niet de geest van collegae uit heden en verleden ontcijfert of in kaart brengt. De werken zijn zichzelf, ook al verwijst de fotografie redelijk rechtstreeks naar de concrete werkplekken van kunstenaars. Niets verwijst echter ondubbelzinnig naar wat zij eventueel hebben gedacht. Nauwelijks wijst iets ook op hoe zij hebben gewerkt, naar hun methoden en intenties. Niets wordt verhelderd van het ‘waarom’ van hun kunstenaarschap en praktijk.
Natuurlijk verwijzen de werken wel naar Berend Strik zelf, als de ‘maker’ van de werken. Fundamenteel verschijnen de werken als werkstukken die door iemand zijn gemaakt. Ze tonen welke keuzes zijn gemaakt en vertonen sporen van hoe ze zijn gemaakt. Wellicht zegt dit iets over de geest van Berend, over zijn denken en werkwijze. Je moet echter psycholoog zijn om hier iets zinnigs van te kunnen zeggen. En ik vermoed, dat zelfs voor een psycholoog het dan nog moet blijven bij vermoedens en mogelijkheden. Ik denk aan een forensisch onderzoek: wat kunnen de sporen die we aantreffen betekenen? Kunnen de kwaliteiten van de sporen dienen als aanwijzingen voor wat er is gebeurd, als bewijs van wat de veroorzaker ervan heeft gedacht en gewild?
Dat forensisch onderzoek een heikele zaak is weten we uit de rechtspraak. Beter is het dan Strik zelf te vragen wat hij denkt en heeft gedacht. Of hij nog weet en terug kan halen wat hij deed, en waarom. Het is trouwens ook nog een vraag of iemand eigenlijk wel ‘weet’ wat hij, zij of hen denkt… Nog beter is het daarom te blijven bij de werken zelf. Hun echtheid is onmiskenbaar. Maar – wat zijn de werken precies? Beperk je je tot het individuele, geborduurde en bewerkte fotodoek? Of bestaat er nog iets naast het feitelijke en concrete van het materiaal?
Naast het concrete werk is er wel degelijk een immateriële bovenbouw in de presentatie en het langlopende project. De werken hebben allereerst titels. Deze zijn verre van arbitrair of blanco: er zijn geen untitleds of genummerde werken. Met de titels krijgen de werken een extra laag, die wellicht als een soort ‘bril’ werkt waarmee het werk bekeken en begrepen wordt. Daarbij hebben we de webtekst van Fons Welters en een boek met teksten (Berend Strik, Deciphering the Artist’s Mind, Yale University Press, New Haven, 2020). Hierdoor komen de werken los van zichzelf en in een groter verband te staan. Strik’s betrokkenheid bij het studieveld van the Faculty wijst op een specifiek thema en paradigma.
Een werk dat wellicht als een voorbeeld kan dienen, om te onderzoeken hoe dit werkt, is het werk: Deciphering the artist’s mind: judgements of love. We zien een rechthoekig fotocanvas, dat is bewerkt met stukjes textiel van verschillende kleuren en kwaliteiten: blauw, zwart velours, grijs, bruin, donkergeel. Het is een wand in een kamer, met een stukje van de vloer meegenomen. Voor de wand staat een kastje. De foto is zwart/wit.
De stukjes textiel maken het verlies aan diepte, aan perspectief sterker, wat de opname al in zich had door het frontaal vastleggen van een wand. De wand is immers plat, evenals de daarop hangende ‘schilderijtjes’. Alle zijn afgedekt met stukjes textiel. Alleen van het kastje dat voor de wand staat is een stukje diepte te zien en bewaard gebleven. Je kijkt in de plankjes. Er liggen voorwerpen in, van sommige kun je je voorstellen dat het wellicht penselen betreft. Het kastje werpt ook een schaduw op de wand. Dat geeft ook aan dat het ruimte inneemt. Ook is er een schilderijtje tegen de wand gezet. Ook daarvan zie je nog iets diepte, namelijk de hoek en de schaduw die het schilderij werpt. Een tweede hangt zo’n beetje over de plint. De leegheid en platheid van de gefotografeerde ruimte wordt door het textiel vergroot en benadrukt. Details worden verstopt, suggesties van ruimtelijkheid worden verder afgedekt.
De stukjes textiel maken het verlies aan diepte, aan perspectief sterker, wat de opname al in zich had door het frontaal vastleggen van een wand. De wand is immers plat, evenals de daarop hangende ‘schilderijtjes’. Alle zijn afgedekt met stukjes textiel. Alleen van het kastje dat voor de wand staat is een stukje diepte te zien en bewaard gebleven. Je kijkt in de plankjes. Er liggen voorwerpen in, van sommige kun je je voorstellen dat het wellicht penselen betreft. Het kastje werpt ook een schaduw op de wand. Dat geeft ook aan dat het ruimte inneemt. Ook is er een schilderijtje tegen de wand gezet. Ook daarvan zie je nog iets diepte, namelijk de hoek en de schaduw die het schilderij werpt. Een tweede hangt zo’n beetje over de plint. De leegheid en platheid van de gefotografeerde ruimte wordt door het textiel vergroot en benadrukt. Details worden verstopt, suggesties van ruimtelijkheid worden verder afgedekt.
Op zichzelf is het een wat raadselachtig werk. De vlakverdeling, de compositie is leuk, springerig, maar ook wat chaotisch – zonder sterk ordeningsprincipe. Door de bruine, lijnachtige toevoegingen, rond en boven het kastje, krijgt het werk wel een soort centrum – maar het blijft wat toevallig. Inderdaad zoals je dingen op de wand van je studio kunt verzamelen tijdens het werken. Eerder doet het werk denken aan een werkproces, dan aan een afgewogen eindpunt: een werk dat ‘af’ is.
De titel voegt echter toe. Deciphering the artist’s mind – dat deel van de titel voegt het werk in de serie, in het langlopende project. We weten hier al iets van. Het betreft studio’s van collegae van Berend uit heden en verleden. We hebben de presentatie Redefining Realness uit 2017 in gedachten. Daarnaast is er de bijkomende informatie uit het boek en van de website: het gaat om de status en de aard van het kunstenaarschap. En Strik gebruikt zijn collegae om zijn eigen kunstenaarschap aan te spiegelen.
We zien dus een werkplek van een kunstenaar en Strik heeft daar deze foto van gemaakt en gekozen – en vervolgens bewerkt. Door deze bewerking trekt hij de werkplek van zijn collega naar zichzelf toe. In zekere zin toont deze plek nu niet meer alleen de werkplek van een ander, met de sporen van diens werkproces – maar wordt de plek ook een plek waar Berend (aan) heeft gewerkt. Inderdaad, twee werkplekken ineen. Twee plaatsen waar gewerkt werd door een kunstenaar vallen samen. Veelal werkten ze alleen, en altijd werd het werk gestuurd wordt door de individuele, persoonlijke intenties en wil van de betreffende kunstenaar.
Het tweede deel van de titel voegt nog iets toe. Dit keer geen initialen, maar een tweede propositie: Judgements of love. Oordelen van of uit liefde.
Oordelen zijn uitspraken over iets – meestal over een deel van een groter geheel. Iets wat men van iets kan weten of vinden. Vanuit het geheel van het project en vanuit wat er te zien is aan het werk, zou ik willen kiezen voor: oordelen uit liefde. Immers, alle schilderijtjes zijn afgedekt met textiel. We zien niets terug wat in directe zin verwijzen kan naar het onderwerp of thema van liefde. Maar in de context van het onderzoek naar het kunstenaarschap krijgen oordelen of uitspraken uit liefde een heldere betekenis. De kunstenaar doet uitspraken, oordeelt uit liefde. Hier spreekt uit dat het werk, de uitspraken van de kunstenaar, niet wordt gedaan uit een nood, maar uit toewijding - uit liefde.
Denk aan de liefde die kan bestaan in en tussen mensen. Je kunt van iemand houden omdat deze iets voor je doet of betekent. In dat geval kan de plek van die persoon ook best weer door een ander worden ingenomen, die in diens plaats dat geeft wat je wilt of nodig hebt. Maar wanneer je van iemand houdt omdat deze is wie hij, zij of hen is, dan kan niemand diens plaats innemen. Want dan zou het immers niet meer hem, haar of hen zijn. Naar deze twee vormen van liefde kijkend, zou je kunnen zeggen dat de tweede vorm, de meest eigenlijke vorm is van liefde. Er is liefde voor iets of iemand, zonder andere reden. Je kan deze liefde niet beredeneren. Deze liefde is intrinsiek verbonden met dat wat dat of wie lief wordt gehad is. In de eerste vorm is de liefde voorwaardelijk, de liefde bestaat zolang je ontvangt. De liefde bestaat dankzij. In de tweede vorm is de liefde onvoorwaardelijk. De liefde duurt, ook al levert deze je niets op – of wellicht zelfs alleen maar strijd en moeiten. De liefde bestaat, ondanks.
De titel voegt echter toe. Deciphering the artist’s mind – dat deel van de titel voegt het werk in de serie, in het langlopende project. We weten hier al iets van. Het betreft studio’s van collegae van Berend uit heden en verleden. We hebben de presentatie Redefining Realness uit 2017 in gedachten. Daarnaast is er de bijkomende informatie uit het boek en van de website: het gaat om de status en de aard van het kunstenaarschap. En Strik gebruikt zijn collegae om zijn eigen kunstenaarschap aan te spiegelen.
We zien dus een werkplek van een kunstenaar en Strik heeft daar deze foto van gemaakt en gekozen – en vervolgens bewerkt. Door deze bewerking trekt hij de werkplek van zijn collega naar zichzelf toe. In zekere zin toont deze plek nu niet meer alleen de werkplek van een ander, met de sporen van diens werkproces – maar wordt de plek ook een plek waar Berend (aan) heeft gewerkt. Inderdaad, twee werkplekken ineen. Twee plaatsen waar gewerkt werd door een kunstenaar vallen samen. Veelal werkten ze alleen, en altijd werd het werk gestuurd wordt door de individuele, persoonlijke intenties en wil van de betreffende kunstenaar.
Het tweede deel van de titel voegt nog iets toe. Dit keer geen initialen, maar een tweede propositie: Judgements of love. Oordelen van of uit liefde.
Oordelen zijn uitspraken over iets – meestal over een deel van een groter geheel. Iets wat men van iets kan weten of vinden. Vanuit het geheel van het project en vanuit wat er te zien is aan het werk, zou ik willen kiezen voor: oordelen uit liefde. Immers, alle schilderijtjes zijn afgedekt met textiel. We zien niets terug wat in directe zin verwijzen kan naar het onderwerp of thema van liefde. Maar in de context van het onderzoek naar het kunstenaarschap krijgen oordelen of uitspraken uit liefde een heldere betekenis. De kunstenaar doet uitspraken, oordeelt uit liefde. Hier spreekt uit dat het werk, de uitspraken van de kunstenaar, niet wordt gedaan uit een nood, maar uit toewijding - uit liefde.
Denk aan de liefde die kan bestaan in en tussen mensen. Je kunt van iemand houden omdat deze iets voor je doet of betekent. In dat geval kan de plek van die persoon ook best weer door een ander worden ingenomen, die in diens plaats dat geeft wat je wilt of nodig hebt. Maar wanneer je van iemand houdt omdat deze is wie hij, zij of hen is, dan kan niemand diens plaats innemen. Want dan zou het immers niet meer hem, haar of hen zijn. Naar deze twee vormen van liefde kijkend, zou je kunnen zeggen dat de tweede vorm, de meest eigenlijke vorm is van liefde. Er is liefde voor iets of iemand, zonder andere reden. Je kan deze liefde niet beredeneren. Deze liefde is intrinsiek verbonden met dat wat dat of wie lief wordt gehad is. In de eerste vorm is de liefde voorwaardelijk, de liefde bestaat zolang je ontvangt. De liefde bestaat dankzij. In de tweede vorm is de liefde onvoorwaardelijk. De liefde duurt, ook al levert deze je niets op – of wellicht zelfs alleen maar strijd en moeiten. De liefde bestaat, ondanks.
In het licht van een overheidsbeleid waarin kunstenaarschap een vorm van ondernemerschap is, is de liefde voorwaardelijk. Een ondernemer doet zijn werk omdat het hem iets oplevert, aan inkomen of aan winst. Het is daarom betekenisvol dat Berend Strik ook betrokken is bij the Faculty, waar de professionaliteit van het kunstenaarschap wordt onderzocht vanuit de toewijding, vanuit de professie (dat is een openbare verklaring van toewijding), en niet vanuit wat het aan extrinsieke goederen op kan leveren aan maatschappelijke status, inkomen of ander gewin. De werkplek in dit betreffende werk is de werkplek van Piet Mondriaan. Een kunstenaar die zeer weinig materiele rijkdom heeft gekend in zijn leven, die vrijwel altijd afhankelijk was van bijbaantjes, van vrienden en van sponsorende verzamelaars – en iemand die zijn hele leven alleen bleef, omdat hij geen vrouw of gezin kon onderhouden. Het werk dat gedaan wordt door zo’n kunstenaar zijn uitspraken uit liefde. Hij deed zijn werk terwijl het hem vrijwel niets anders opleverde dan het werk zelf en het deelgenootschap in de praktijk van de autonome kunst - en verder vooral strijd en moeite, zeker in de jaren van de wereldoorlogen.
Behalve het concrete, zichtbare werk, heeft het werk in The needles with deciphering the artist’s mind dus een specifieke en onzichtbare bovenbouw. Dat is: de context van het langlopende project, de informatie die werd verstrekt over de werken en het project in boek en in webtekst, de titel – waarin ook de biografieën en praktijken van collegae tot klinken komen, en tenslotte Strik’s betrokkenheid bij het werk van the Faculty, dat de status en aard van het kunstenaarschap in de hedendaagse samenleving onderzoekt vanuit de toewijding. Het zichtbare deel is maar een deel van het geheel, en ieder individueel werk is deel van het langlopende project, én van Berends hoogsteigen en ook langlopende kunstenaarschap. Een kunstenaarschap dat op zijn beurt weer deel is van het moderne en hedendaags kunstenaarschap. Een werk uit liefde.
TK 25-10-2021
TK 25-10-2021