R.S.O.L. archive
Room for the Study Of Loneliness : space for contemporary art
Marked Birds
|
⇱ |
Het woord ‘marked’ uit de tentoonstellingstitel Marked Birds verwijst zowel naar het markeren, als naar markeringen. Markeren is een werkwoord dat een nauwe verwantschap heeft met het werkwoord tekenen. De markeringen in een verenkleed van een vogel, noemen we ook wel de tekening in of van het verenkleed. Maar markeren betekent ook iets zintuigelijk waarneembaar herkenbaar maken, met de bedoeling het te identificeren, te lokaliseren – letterlijk: te be-tekenen.
Zo heeft ook een tekenaar heeft ook een bedoeling met het tekenen. Hij/zij/hen wil iets markeren, in eerste zin: de plek op de drager – door er een markering op aan te brengen. De relatie van de markering tot de tekenaar is direct: de tekenaar tekende en maakte deze markeringen persoonlijk op de drager. De relatie van de tekening tot ‘de wereld’ loopt via de tekenaar, naar de drager, en naar de aard van diens markeringen. Want de tekenaar ‘tekent’, markeert, en is ‘in de wereld’.
De drager en het tekenmateriaal zijn dat evenzeer. Maar de aard van de markeringen verwijst ook naar de wereld, zelfs als de tekenaar niet in directe zin ‘iets’ tekent. Een tekening, een markering of inscriptie, heeft allerlei onvervreemdbare kwaliteiten, aspecten en dimensies die op een betekenisvolle manier herkenbaar zijn – en die in zichzelf ook kunnen verwijzen naar zaken die bestaan in de wereld, zoals zij, en naar diens specifieke manieren van ‘zijn’. De markering be-tekent dus die kwaliteiten, aspecten en dimensies. In Engelstalige culturen is de term ‘mark-making’ dan ook in gebruik gekomen om te kunnen spreken over de verschillende lijnen, stippen, vlekken, patronen en texturen die gebruikt worden in kunstwerken. Maar laten we ook niet vergeten dat het mogelijk is om, behalve in tekeningen, ook markeringen in teksten aan te brengen en in muziek- of geluidswerken. En beschrijven de bewegingen van dansers niet ook allerlei lijnen en patronen, die dezelfde ‘markeren’ en op soortgelijke wijze be-tekenen?
De bioloog/filosoof Donna Haraway zei onlangs in NRC info: “Lynn Margulis (onderzoeker microbiële evolutiebiologie) ziet geen afgesloten individuen. Zij ziet weefsels, verknooptheid. Als je helemaal bent afgesloten en op jezelf bent, is er simpelweg geen leven mogelijk. Voor haar is de werkelijke vraag: waar ben jij en waar stop jij? Wat hoort bij jou en wat niet? Het is in feite je immuunsysteem dat dat beslist. Maar die beslissingen kunnen steeds anders uitvallen, en worden niet bij een of andere vaste grenspost genomen. Wat jij ‘bent’, is daarmee beweeglijk en uiteindelijk ongrijpbaar.”
Je zou kunnen zeggen dat de beslissingen die we nemen over wat ‘bij’ ons hoort en wat niet, de markeringen zijn die we aanbrengen in het verhaal dat we over onszelf vertellen, in hoe we ons gedragen en presenteren. En deze gemarkeerde grenzen, hoe onvast en beweeglijk deze ook zijn en blijven, maken dat we ons ‘kenbaar’ maken voor anderen. Wat en wie we zijn wordt in ons uiterlijk, ons gedrag en ons 'verhaal' over onszelf gemarkeerd en zo waarneembaar geïdentificeerd. Ik denk dat hiermee een specifieke dimensie van het markeren, het be-tekenen, zichtbaar wordt. Namelijk: de markering identificeert en maakt iets of iemand specifiek – en daarmee ken-baar.
Ter verduidelijking: stel dat we een zaak of aspect van een zaak niet markeerden, dan bleef deze ongedefinieerd, amorf, on(be)grijpbaar. Door iets of iemand te markeren als iets of iemand, wordt het mogelijk deze te leren kennen en begrijpen. Daarbij blijft altijd het inzicht geldig dat deze markering niet definitief is en kan zijn, en dus ook niet de betreffende zaak, dimensie of persoon in volledigheid kenbaar maakt. De beslissingen voor de gemaakte markeringen kunnen immers ook anders uitvallen, en dan zijn die andere markeringen wellicht ook geldig, op hun eigen wijze – en zeggen ze iets geldigs over aspecten van de zaak of het individu die ermee werden aangeduid.
Harraway zei in hetzelfde interview ook nog dit: “Wees hier. Wees werkelijk aanwezig in deze wereld en met wat daarin aan de hand is. Zie de sociale onrechtvaardigheid, zie het verlies aan biodiversiteit. … En zit ook niet bij de pakken neer. Zorg simpelweg voor elkaar. Dat is de klus.”
Ik haal ook dit hier aan, omdat het kenbaar maken, het identificeren van zaken, personen, kwesties, ‘problemen’, et cetera, weliswaar nooit definitief is en volledig – maar wel de manier is waarop wij als mensen in de wereld staan. Het nooit definitieve, het beweeglijke en amorfe van onze markeringen of identificaties moet ons daarom niet ontmoedigen. We moeten daarom niet alles maar gaan relativeren, in de zin van: onbelangrijk maken, onzinnig – of onszelf erdoor of ermee onverschillig maken. We zullen moeten blijven markeren om zaken, kwesties en personen te kunnen blijven identificeren. Want hiermee leren we deze immers pas kennen en begrijpen. En alleen door zaken, dimensies of personen te leren kennen en begrijpen kunnen we zinvol handelen, en ethische en praktische keuzes maken – op grond van wat we hebben geïdentificeerd als dat wat het (ook al is het dat (maar) ten dele) is.
Het tweede woord uit de tentoonstellingstitel is ‘birds’. En dit is betekenis voor deze presentatie op de volgende manier, in de context van het markeren en de markering:
R.S.O.L. is verhuisd naar een nieuwe locatie aan de Ossenweerdstraat in Deventer. De Ossenweerdstraat is niet lang. Aan het einde ervan stap je de IJsseldijk op en kijk je over de IJssel uit naar de Ossenwaard, een uiterwaarde die ooit werd benut voor akkerbouw en veehouderij. info info Nu is het een overloop- en natuurgebied, waar veel trekvogels komen rusten en broeden. info De Ossenwaard is bereikbaar via het Zwarte pad over de spoorbrug - een wandeling van tien tot vijftien minuten.
De nieuwe R.S.O.L. kijkt uit op de spoordijk en daarachter is het oude stadspark, het Rijsterborgherpark gelegen. info In het Rijsterborgherpark vind je o.a. het Vogeleiland, een eiland in de singel waarop exotische vogels gehouden worden. info Dit ligt eveneens op tien tot vijftien minuten lopen afstand.
Met het concept van ‘de vogel’ en 'vogels' onderzoeken de kunstenaars in deze tentoonstelling niet alleen de nieuwe omgeving van R.S.O.L., maar vooral de relatie van de culturele wereld van de mens, met haar huidige, hier en nu geldende economische model, tot de natuurlijke wereld waarin zij zich bevindt en waaruit zij is voortgekomen. Hoe markeren we onszelf als mens en onze menselijke wereld in relatie tot de natuurlijke wereld en de wereld als geheel? Stellen we ons onszelf voor als 'rationele dieren'? (Aristoteles) En staan we daarmee dan tegenover, boven, tussen of naast de (andere) dieren? Zien we gradaties in het dierenrijk of een hiërarchie? Zien we gradaties in de mensheid zelf? Zijn we ons ervan bewust dat de biologische soorten-categorieën die we gebruiken weliswaar iets kenbaar maken van dieren, maar dat de grenzen tussen soorten onze eigen beschrijvingen zijn, die niet definitief zijn, maar beweeglijk, zoals Haraway zei? En wat betekent dit dan allemaal voor ons kennen en handelen? Hoe gaan we om met onze menselijke en culturele wereld, en hoe gaan we om met de natuurlijke wereld? Kwesties en vragen waarop en waarvan we onze antwoorden steeds opnieuw zullen moeten formuleren en die in deze tentoonstelling gesteld worden en meespelen.
Het woord ‘vogel’ verwijst niet alleen naar een (redelijk) specifiek type dierlijk wezen, maar wordt ook wel in overdrachtelijke zin gebruikt om specifieke mensen aan te duiden. info Tegenwoordig is dat meestal in licht negatieve zin: een vreemde vogel. Het gaat dan om iemand die ‘anders’ is, excentriek. Maar een coole vogel is ook denkbaar.
Het is een manier van identificeren, van markeren – een manier om iemand kenbaar te maken, te begrijpen en betekenis te geven.
Laten we dan, vanuit onze huidige positie, onszelf én de wereld om ons heen in kaart brengen.
Zo heeft ook een tekenaar heeft ook een bedoeling met het tekenen. Hij/zij/hen wil iets markeren, in eerste zin: de plek op de drager – door er een markering op aan te brengen. De relatie van de markering tot de tekenaar is direct: de tekenaar tekende en maakte deze markeringen persoonlijk op de drager. De relatie van de tekening tot ‘de wereld’ loopt via de tekenaar, naar de drager, en naar de aard van diens markeringen. Want de tekenaar ‘tekent’, markeert, en is ‘in de wereld’.
De drager en het tekenmateriaal zijn dat evenzeer. Maar de aard van de markeringen verwijst ook naar de wereld, zelfs als de tekenaar niet in directe zin ‘iets’ tekent. Een tekening, een markering of inscriptie, heeft allerlei onvervreemdbare kwaliteiten, aspecten en dimensies die op een betekenisvolle manier herkenbaar zijn – en die in zichzelf ook kunnen verwijzen naar zaken die bestaan in de wereld, zoals zij, en naar diens specifieke manieren van ‘zijn’. De markering be-tekent dus die kwaliteiten, aspecten en dimensies. In Engelstalige culturen is de term ‘mark-making’ dan ook in gebruik gekomen om te kunnen spreken over de verschillende lijnen, stippen, vlekken, patronen en texturen die gebruikt worden in kunstwerken. Maar laten we ook niet vergeten dat het mogelijk is om, behalve in tekeningen, ook markeringen in teksten aan te brengen en in muziek- of geluidswerken. En beschrijven de bewegingen van dansers niet ook allerlei lijnen en patronen, die dezelfde ‘markeren’ en op soortgelijke wijze be-tekenen?
De bioloog/filosoof Donna Haraway zei onlangs in NRC info: “Lynn Margulis (onderzoeker microbiële evolutiebiologie) ziet geen afgesloten individuen. Zij ziet weefsels, verknooptheid. Als je helemaal bent afgesloten en op jezelf bent, is er simpelweg geen leven mogelijk. Voor haar is de werkelijke vraag: waar ben jij en waar stop jij? Wat hoort bij jou en wat niet? Het is in feite je immuunsysteem dat dat beslist. Maar die beslissingen kunnen steeds anders uitvallen, en worden niet bij een of andere vaste grenspost genomen. Wat jij ‘bent’, is daarmee beweeglijk en uiteindelijk ongrijpbaar.”
Je zou kunnen zeggen dat de beslissingen die we nemen over wat ‘bij’ ons hoort en wat niet, de markeringen zijn die we aanbrengen in het verhaal dat we over onszelf vertellen, in hoe we ons gedragen en presenteren. En deze gemarkeerde grenzen, hoe onvast en beweeglijk deze ook zijn en blijven, maken dat we ons ‘kenbaar’ maken voor anderen. Wat en wie we zijn wordt in ons uiterlijk, ons gedrag en ons 'verhaal' over onszelf gemarkeerd en zo waarneembaar geïdentificeerd. Ik denk dat hiermee een specifieke dimensie van het markeren, het be-tekenen, zichtbaar wordt. Namelijk: de markering identificeert en maakt iets of iemand specifiek – en daarmee ken-baar.
Ter verduidelijking: stel dat we een zaak of aspect van een zaak niet markeerden, dan bleef deze ongedefinieerd, amorf, on(be)grijpbaar. Door iets of iemand te markeren als iets of iemand, wordt het mogelijk deze te leren kennen en begrijpen. Daarbij blijft altijd het inzicht geldig dat deze markering niet definitief is en kan zijn, en dus ook niet de betreffende zaak, dimensie of persoon in volledigheid kenbaar maakt. De beslissingen voor de gemaakte markeringen kunnen immers ook anders uitvallen, en dan zijn die andere markeringen wellicht ook geldig, op hun eigen wijze – en zeggen ze iets geldigs over aspecten van de zaak of het individu die ermee werden aangeduid.
Harraway zei in hetzelfde interview ook nog dit: “Wees hier. Wees werkelijk aanwezig in deze wereld en met wat daarin aan de hand is. Zie de sociale onrechtvaardigheid, zie het verlies aan biodiversiteit. … En zit ook niet bij de pakken neer. Zorg simpelweg voor elkaar. Dat is de klus.”
Ik haal ook dit hier aan, omdat het kenbaar maken, het identificeren van zaken, personen, kwesties, ‘problemen’, et cetera, weliswaar nooit definitief is en volledig – maar wel de manier is waarop wij als mensen in de wereld staan. Het nooit definitieve, het beweeglijke en amorfe van onze markeringen of identificaties moet ons daarom niet ontmoedigen. We moeten daarom niet alles maar gaan relativeren, in de zin van: onbelangrijk maken, onzinnig – of onszelf erdoor of ermee onverschillig maken. We zullen moeten blijven markeren om zaken, kwesties en personen te kunnen blijven identificeren. Want hiermee leren we deze immers pas kennen en begrijpen. En alleen door zaken, dimensies of personen te leren kennen en begrijpen kunnen we zinvol handelen, en ethische en praktische keuzes maken – op grond van wat we hebben geïdentificeerd als dat wat het (ook al is het dat (maar) ten dele) is.
Het tweede woord uit de tentoonstellingstitel is ‘birds’. En dit is betekenis voor deze presentatie op de volgende manier, in de context van het markeren en de markering:
R.S.O.L. is verhuisd naar een nieuwe locatie aan de Ossenweerdstraat in Deventer. De Ossenweerdstraat is niet lang. Aan het einde ervan stap je de IJsseldijk op en kijk je over de IJssel uit naar de Ossenwaard, een uiterwaarde die ooit werd benut voor akkerbouw en veehouderij. info info Nu is het een overloop- en natuurgebied, waar veel trekvogels komen rusten en broeden. info De Ossenwaard is bereikbaar via het Zwarte pad over de spoorbrug - een wandeling van tien tot vijftien minuten.
De nieuwe R.S.O.L. kijkt uit op de spoordijk en daarachter is het oude stadspark, het Rijsterborgherpark gelegen. info In het Rijsterborgherpark vind je o.a. het Vogeleiland, een eiland in de singel waarop exotische vogels gehouden worden. info Dit ligt eveneens op tien tot vijftien minuten lopen afstand.
Met het concept van ‘de vogel’ en 'vogels' onderzoeken de kunstenaars in deze tentoonstelling niet alleen de nieuwe omgeving van R.S.O.L., maar vooral de relatie van de culturele wereld van de mens, met haar huidige, hier en nu geldende economische model, tot de natuurlijke wereld waarin zij zich bevindt en waaruit zij is voortgekomen. Hoe markeren we onszelf als mens en onze menselijke wereld in relatie tot de natuurlijke wereld en de wereld als geheel? Stellen we ons onszelf voor als 'rationele dieren'? (Aristoteles) En staan we daarmee dan tegenover, boven, tussen of naast de (andere) dieren? Zien we gradaties in het dierenrijk of een hiërarchie? Zien we gradaties in de mensheid zelf? Zijn we ons ervan bewust dat de biologische soorten-categorieën die we gebruiken weliswaar iets kenbaar maken van dieren, maar dat de grenzen tussen soorten onze eigen beschrijvingen zijn, die niet definitief zijn, maar beweeglijk, zoals Haraway zei? En wat betekent dit dan allemaal voor ons kennen en handelen? Hoe gaan we om met onze menselijke en culturele wereld, en hoe gaan we om met de natuurlijke wereld? Kwesties en vragen waarop en waarvan we onze antwoorden steeds opnieuw zullen moeten formuleren en die in deze tentoonstelling gesteld worden en meespelen.
Het woord ‘vogel’ verwijst niet alleen naar een (redelijk) specifiek type dierlijk wezen, maar wordt ook wel in overdrachtelijke zin gebruikt om specifieke mensen aan te duiden. info Tegenwoordig is dat meestal in licht negatieve zin: een vreemde vogel. Het gaat dan om iemand die ‘anders’ is, excentriek. Maar een coole vogel is ook denkbaar.
Het is een manier van identificeren, van markeren – een manier om iemand kenbaar te maken, te begrijpen en betekenis te geven.
Laten we dan, vanuit onze huidige positie, onszelf én de wereld om ons heen in kaart brengen.
/
The word 'marked' from the exhibition title Marked Birds, refers both to marking (out) and to markings. To mark, is a verb closely related to the verb, to draw. The markings in a bird's plumage concern its distinctive stripes, spots, patterns, colors. But to mark something also means to make something recognizable, with the intention of identifying it, locating it - literally: to draw a line, to trace or delineate something.
A draughtsperson has a similar purpose in drawing. He/she/they wants to mark something, in the primary sense: a specific place on the carrier - by making a mark on it. The relation of the marking to the draughtsman is direct: the draughtsman drew and made these markings personally on the carrier. The relationship of the drawing to 'the world' runs via the draughtsman, to the carrier, and to the nature of its markings. For the draughtsman 'draws', marks (out), and is 'in the world'.
The carrier and the drawing materials are likewise 'in the world'. But the nature of the markings themselves also refers to the world, even if the draughtsman is not drawing 'something' in a direct sense. A drawing, a marking or inscription, has all sorts of inalienable qualities, aspects and dimensions that are recognisable in a meaningful way - and which in themselves can also refer to things that exist in the world, like it does, and to its specific ways of 'being'. The marking thus sign-ifies those qualities, aspects and dimensions. In English-speaking cultures, the term 'mark-making' has therefore come into use to refer to the various lines, dots, spots, patterns and textures that are used in works of art. But let us also not forget that, apart from drawings or paintings, it is also possible to make markings in texts and in musical or auditive works. And do not the movements of dancers also describe specific lines and patterns, that 'mark' those same lines and patterns and that signify them?
Biologist and philosopher Donna Haraway recently said in (the Dutch newspaper) NRC info: "Lynn Margulis (researcher in microbial evolutionary biology) does not see closed off individuals. She sees fabrics, interconnectedness. If you are completely closed off and on your own, life is simply impossible. To her, the real question is: where do you start and where do you stop? What is part of you and what is not? It is basically your immune system that decides that. But those decisions may turn out differently all the time, and are not determined by some fixed border. As such, what 'is' you is fluid and ultimately elusive."
One could say that the decisions we make about what 'belongs' to us and what does not, are the demarcations we make in the story we tell about ourselves, and in how we behave and present ourselves. And these marked out boundaries, however unstable and fluid they may be and will remain, make us 'knowable' for others. What and who we are is marked out in our appearances, our behaviour and in the 'story' we tell about ourselves - and thus becomes perceptibly identifiable. I think this reveals a specific dimension of marking, drawing - of design-ating, sign-ifying. Namely: marking identifies and makes something or someone specific - and thus know-able.
To clarify: suppose we did not mark out a thing or aspect of a thing, it then would remain undefined, amorphous, ungraspable. By marking something or someone out as something or someone, it becomes possible to know and understand them. Taking hereby into account that this demarcation is not and cannot be definite, and therefore does not make the thing, dimension or person in question known fully. Indeed, the decisions for the markings made, may well turn out differently. And in that case those other markings may be valid too, in their own manner - and say something valid about aspects of the matter or individual that were signified by them.
Harraway also said this in the same interview: "Be there. Be truly present in this world and with what is going on in it. See the social injustice, see the loss of biodiversity. ... And don't give up and throw in the towel either. Simply take care of each other. That's the job."
I cite this here too, because while making things knowable - identifying things, persons, issues, 'problems', et cetera - is never definitive and complete - it ís the way we as human beings stand in the world. The forever indefinite, fluid and amorphous nature of our markings or identifications should therefore not discourage us. We should not start seeing everything as merely relative, in the sense of: unimportant, nonsensical - or indifferent. We will have to keep marking things out, to keep identifying things, issues and persons. After all, only by doing so do we can get to know and understand them. And only by getting to know and understand things, persons and their dimensions, can we act meaningfully with them, and make ethical and practical choices - based on what we have identified as being what it is (even if it is that (only) in part).
The second word in the exhibition title is 'birds'. And this is significant for this presentation in the following manner, in the context of marking and markings:
R.S.O.L. has moved to a new location on the Ossenweerdstraat in Deventer. The Ossenweerdstraat is not long. At the end of it one steps onto the IJsseldijk and looks out over the IJssel river to the Ossenwaard, a floodplain that was once used for arable and livestock farming. Now it is an overflow area and nature reserve, where many migratory birds come to rest and breed. The Ossenwaard can be reached via the Zwarte pad over the railway bridge - a ten to fifteen minute walk.
The new R.S.O.L. looks out on the railway embankment and behind it lies the old city park, the Rijsterborgherpark. In the Rijsterborgherpark, one can find, among other things, the Bird Island, an island in the canal on which exotic birds are kept. This is also a ten to fifteen minute walk away.
With the concepts of 'the bird' and 'birds', the artists in this exhibition examine not only this new environment of R.S.O.L., but especially the relationship of the human, cultural world, with its current and prevailing economic model, to the natural world in which it is contained and from which it has emerged. How do we mark out ourselves as human beings and our human world in relation to the natural world and the world as a whole? Do we consider ourselves to be 'rational animals'? (Aristotle) And in doing so, do we stand opposite, above, between or alongside (other) animals? Do we see gradations in the animal kingdom or a hierarchy? Do we perhaps see gradations in humanity itself? Are we aware that while the categories of biological species that we use make something knowable about animals, the boundaries between species are descriptions made by us, and are not definitive, but fluid, as Haraway said? And what does all this mean for our knowing and acting? How do we engage with our human and cultural world, and how do we interact with the natural world? Issues and questions to which and from which we will have to formulate our answers again and again, and which are being asked and play a part in this exhibition.
The word 'bird' not only refers to a (fairly) specific type of animal, but it is also used metaphorically to refer to specific people. info Nowadays, this is usually understood in a slightly negative sense: a strange bird. It then refers to someone who is 'different', eccentric. But a cool bird is also imaginable.
It is a way of identifying, of marking - a way of making someone knowable, comprehensible and meaningful.
Let us then, from our current position, mark out ourselves and the world around us.
The word 'marked' from the exhibition title Marked Birds, refers both to marking (out) and to markings. To mark, is a verb closely related to the verb, to draw. The markings in a bird's plumage concern its distinctive stripes, spots, patterns, colors. But to mark something also means to make something recognizable, with the intention of identifying it, locating it - literally: to draw a line, to trace or delineate something.
A draughtsperson has a similar purpose in drawing. He/she/they wants to mark something, in the primary sense: a specific place on the carrier - by making a mark on it. The relation of the marking to the draughtsman is direct: the draughtsman drew and made these markings personally on the carrier. The relationship of the drawing to 'the world' runs via the draughtsman, to the carrier, and to the nature of its markings. For the draughtsman 'draws', marks (out), and is 'in the world'.
The carrier and the drawing materials are likewise 'in the world'. But the nature of the markings themselves also refers to the world, even if the draughtsman is not drawing 'something' in a direct sense. A drawing, a marking or inscription, has all sorts of inalienable qualities, aspects and dimensions that are recognisable in a meaningful way - and which in themselves can also refer to things that exist in the world, like it does, and to its specific ways of 'being'. The marking thus sign-ifies those qualities, aspects and dimensions. In English-speaking cultures, the term 'mark-making' has therefore come into use to refer to the various lines, dots, spots, patterns and textures that are used in works of art. But let us also not forget that, apart from drawings or paintings, it is also possible to make markings in texts and in musical or auditive works. And do not the movements of dancers also describe specific lines and patterns, that 'mark' those same lines and patterns and that signify them?
Biologist and philosopher Donna Haraway recently said in (the Dutch newspaper) NRC info: "Lynn Margulis (researcher in microbial evolutionary biology) does not see closed off individuals. She sees fabrics, interconnectedness. If you are completely closed off and on your own, life is simply impossible. To her, the real question is: where do you start and where do you stop? What is part of you and what is not? It is basically your immune system that decides that. But those decisions may turn out differently all the time, and are not determined by some fixed border. As such, what 'is' you is fluid and ultimately elusive."
One could say that the decisions we make about what 'belongs' to us and what does not, are the demarcations we make in the story we tell about ourselves, and in how we behave and present ourselves. And these marked out boundaries, however unstable and fluid they may be and will remain, make us 'knowable' for others. What and who we are is marked out in our appearances, our behaviour and in the 'story' we tell about ourselves - and thus becomes perceptibly identifiable. I think this reveals a specific dimension of marking, drawing - of design-ating, sign-ifying. Namely: marking identifies and makes something or someone specific - and thus know-able.
To clarify: suppose we did not mark out a thing or aspect of a thing, it then would remain undefined, amorphous, ungraspable. By marking something or someone out as something or someone, it becomes possible to know and understand them. Taking hereby into account that this demarcation is not and cannot be definite, and therefore does not make the thing, dimension or person in question known fully. Indeed, the decisions for the markings made, may well turn out differently. And in that case those other markings may be valid too, in their own manner - and say something valid about aspects of the matter or individual that were signified by them.
Harraway also said this in the same interview: "Be there. Be truly present in this world and with what is going on in it. See the social injustice, see the loss of biodiversity. ... And don't give up and throw in the towel either. Simply take care of each other. That's the job."
I cite this here too, because while making things knowable - identifying things, persons, issues, 'problems', et cetera - is never definitive and complete - it ís the way we as human beings stand in the world. The forever indefinite, fluid and amorphous nature of our markings or identifications should therefore not discourage us. We should not start seeing everything as merely relative, in the sense of: unimportant, nonsensical - or indifferent. We will have to keep marking things out, to keep identifying things, issues and persons. After all, only by doing so do we can get to know and understand them. And only by getting to know and understand things, persons and their dimensions, can we act meaningfully with them, and make ethical and practical choices - based on what we have identified as being what it is (even if it is that (only) in part).
The second word in the exhibition title is 'birds'. And this is significant for this presentation in the following manner, in the context of marking and markings:
R.S.O.L. has moved to a new location on the Ossenweerdstraat in Deventer. The Ossenweerdstraat is not long. At the end of it one steps onto the IJsseldijk and looks out over the IJssel river to the Ossenwaard, a floodplain that was once used for arable and livestock farming. Now it is an overflow area and nature reserve, where many migratory birds come to rest and breed. The Ossenwaard can be reached via the Zwarte pad over the railway bridge - a ten to fifteen minute walk.
The new R.S.O.L. looks out on the railway embankment and behind it lies the old city park, the Rijsterborgherpark. In the Rijsterborgherpark, one can find, among other things, the Bird Island, an island in the canal on which exotic birds are kept. This is also a ten to fifteen minute walk away.
With the concepts of 'the bird' and 'birds', the artists in this exhibition examine not only this new environment of R.S.O.L., but especially the relationship of the human, cultural world, with its current and prevailing economic model, to the natural world in which it is contained and from which it has emerged. How do we mark out ourselves as human beings and our human world in relation to the natural world and the world as a whole? Do we consider ourselves to be 'rational animals'? (Aristotle) And in doing so, do we stand opposite, above, between or alongside (other) animals? Do we see gradations in the animal kingdom or a hierarchy? Do we perhaps see gradations in humanity itself? Are we aware that while the categories of biological species that we use make something knowable about animals, the boundaries between species are descriptions made by us, and are not definitive, but fluid, as Haraway said? And what does all this mean for our knowing and acting? How do we engage with our human and cultural world, and how do we interact with the natural world? Issues and questions to which and from which we will have to formulate our answers again and again, and which are being asked and play a part in this exhibition.
The word 'bird' not only refers to a (fairly) specific type of animal, but it is also used metaphorically to refer to specific people. info Nowadays, this is usually understood in a slightly negative sense: a strange bird. It then refers to someone who is 'different', eccentric. But a cool bird is also imaginable.
It is a way of identifying, of marking - a way of making someone knowable, comprehensible and meaningful.
Let us then, from our current position, mark out ourselves and the world around us.
Het werk van Martin Brandsma in Marked Birds was - behalve in R.S.O.L. - te vinden in De Ossenwaard, IJssellandschap en bij Het Vogeleiland, historisch stadspark Deventer.
In de Ossenwaard verwijst de pijl naar de klapekster OLMY. Bij het Vogeleiland gaat het om de vogel: BMYB. Dit zijn de kleurcodes waarmee de dieren geringd zijn. De kunstenaar heeft met deze individuen samengewerkt op locatie in het Drents-Friese Wold.
/
Martin Brandsma's work for Marked Birds could be found - apart from in R.S.O.L. - in The Ossenwaard, IJssellandschap and at The Vogeleiland (Bird Island), historical city park Deventer.
At the Ossenwaard, the arrow refers to the grey shrike OLMY. At the Vogeleiland, it refers to the bird: BMYB. These are the colour codes used to ring the animals. The artist has worked with these individuals on location in the Drents-Friese Wold.
In de Ossenwaard verwijst de pijl naar de klapekster OLMY. Bij het Vogeleiland gaat het om de vogel: BMYB. Dit zijn de kleurcodes waarmee de dieren geringd zijn. De kunstenaar heeft met deze individuen samengewerkt op locatie in het Drents-Friese Wold.
/
Martin Brandsma's work for Marked Birds could be found - apart from in R.S.O.L. - in The Ossenwaard, IJssellandschap and at The Vogeleiland (Bird Island), historical city park Deventer.
At the Ossenwaard, the arrow refers to the grey shrike OLMY. At the Vogeleiland, it refers to the bird: BMYB. These are the colour codes used to ring the animals. The artist has worked with these individuals on location in the Drents-Friese Wold.
Om dit werk te vinden, was de R.S.O.L. wandeling De Ossenwaard (6 km) beschikbaar info
Het Vogeleiland vindt men op de wandeling vanaf het NS station naar R.S.O.L.
/
To find this work, the R.S.O.L. walk The Ox Swamp (6 km) was available info
The Bird Island can be found on the walk from the railway station to R.S.O.L.
Het Vogeleiland vindt men op de wandeling vanaf het NS station naar R.S.O.L.
/
To find this work, the R.S.O.L. walk The Ox Swamp (6 km) was available info
The Bird Island can be found on the walk from the railway station to R.S.O.L.